gedaan om een dreigend tekort
weg te werken.
Aangezien een aantal grote
tegenvallers reeds nu bekend
is en het bijsturen zo vroeg
mogelijk dient te geschieden
hebben wij gemeend nu reeds
met deze tegenvallers naar
buiten te moeten komen.
Wanneer het college pas
op 2 februari 1993 op de
hoogte is gesteld van de
mee- en tegenvallers,
waarom is er dan niet
toch tijdens de begro
tingsbehandeling gewezen
op de mogelijke tekorten
in 1993? (Wij denken
hierbij bijvoorbeeld aan
de tegenvallende OGB-
opbrengsten en de nood
zakelijke middelen
voortvloeiende uit het
sociaal convenant.)
Op 2 februari 1993 is een
voorlopige lijst van mee- en
tegenvallers aan ons voor
gelegd
Dit laat echter onverlet dat
wij reeds over een aantal
tegenvallers door middel van
ambtelijke nota's waren
geïnformeerd. Ook de raad in
het algemeen en leden van de
raadsadviescommissies in het
bijzonder waren op de hoogte
van sommige (grote) tegenval
lers
Dit geldt bijvoorbeeld voor
de door u genoemde tegenval
lende OGB-opbrengstDeze is
in bijlage B van agendapunt 6
van de vergadering van de
Commissie Middelen van 24
november 1992 gemeld.
De hogere RWW-uitgaven zijn
in de vergadering van de Com
missie Economische en Sociale
Zaken van 14 december 1992
aan de orde gesteld.
Overigens verwijzen wij u
naar ons antwoord op vraag 1.
3. Is het college bereid
een onderzoek in te
stellen naar het feit
hoe het mogelijk is
geweest, dat het college
pas op 2 februari jl. op
de hoogte is gesteld van
de mee- en tegenvallers?
Onder verwijzing naar onze
antwoorden op de vragen 1 en
2 kan niet zonder meer worden
gesteld dat wij pas op 2
februari jl. op de hoogte
werden gesteld van de mee- en
tegenvallers
Wel werd op die datum voor
het eerst een voorlopige
totaallijst aan ons voorge
legd, een overzicht dat in
voorgaande jaren vele maanden
later werd gepresenteerd.
Gelet daarop achten wij een
onderzoek naar het tijdstip
van informatie derhalve niet
relevant
2