- de uitwisseling is wederkerig, d.w.z. een bezoek aan Orjol kent zijn vervolg in een soortgelijk bezoek aan Leeuwarden; de kosten van het verblijf: de ontvangende partij neemt de kosten voor zijn rekening van onderdak, voeding, vervoer ter plaatse, activiteiten e.d. reiskosten: de bezoekende partij regelt en betaalt vervoer naar het andere land. In het geval van dit bezoek beperken de kosten zich tot de reiskosten. Deze bedragen f 1079,50 per persoon (ticket f 950,- visum annuleringsverzekering). Toerekening van kosten De gedragslijn die geldt ten aanzien van kostentoerekening is als volgt: dienstreizen van gemeentelijk vertegenwoordigers worden ten laste gebracht van de gebruikelijke posten in de gemeentebegroting; aan externe deelnemers worden de kosten in rekening gebracht De niet-gemeentelijke deelnemers hebben medio september facturen ontvangen voor het genoemde bedrag. De kosten van de gemeentelijke vertegenwoordigers zijn geboekt op de reguliere posten voor reis- en verblijfkosten (b. en w ambtenaren) Slot Resumerend kan het volgende worden gesteld: het bezoek van deze delegatie past geheel in het raam werk van de vriendschapsbetrekkingen met Orjol; de uitnodiging voor het bezoek is afkomstig van de partners in Rusland; de stichting Stedenband Leeuwarden-Orjol heeft geen enkele bemoeienis gehad met deze delegatie; de samenstelling van de delegatie is gerelateerd aan het thema van het bezoek (alleen vrouwen); het aanvankelijk particuliere karakter van dit bezoek is later omgezet in een officiële status; de kosten beperken zich tot de reiskosten van de deel nemers alleen de kosten van drie gemeentelijke vertegenwoor digers komen voor rekening van de gemeente (dienst reis) en alle overige deelnemers betalen zelf de kosten. 4 Aanhangsel nr12 Antwoord van Burgemeester en Wethouders op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de Raad der gemeente Leeuwarden, ingediend door de heer H. Brinks namens de PAL/Groen Links fractie naar aanleiding van de nieuwe welzijnsin- stelling Vragen 1. Tijdens de vergaderingen van de Commissie Welzijn heeft Wethouder De Jong meerdere malen betoogd dat hij voor de gemeente en HWL geen juridische consequenties voorzag als gevolg van het buiten de fusie en bedrijfsovername plaatsen van JWL. De uitkomst van het kort geding dat door JWL werd aangespannen werd door de wethouder vol ver trouwen tegemoet gezien. Nu zegt de wethouder op de pers conferentie d.d. 18 oktober 1994 dat hij de uitspraak in kort geding wel verwacht had. Antwoorden In het bedoelde vonnis van de President van de Arrondisse mentsrechtbank, dat op 13 ok tober 1994 is uitgesproken naar aanleiding van het kort geding tussen SJL/B. v.d. Ham en HWL, is niet nader ingegaan op het feit dat wij op 26 april 1994 hebben besloten bereid te zijn het budget aan een nieuwe wel- zijnsinstelling beschikbaar te stellen onder voorwaarde dat er sprake is van een juridische fusie tussen MWL en SWL, er voor de overname van de taken zoals omschreven in de notitie "Het welzijnswerk in 1994 enz." en zoals uitgevoerd door de SJL sprake is van een bedrijfsover name en voor de taken zoals uit gevoerd door het BSR sprake is van een bedrijfsovername. Omtrent ons besluit van 13 sep tember 1994 wordt in bovengenoemd vonnis onder punt 4243 het vol gende gesteld: "Daarnaast acht de President het in dit kader kenmerkend dat de gemeente aanvankelijk aan de nieuwe welzijnsorganisatie de eis heeft gesteld dat er, voor wat betreft de taken zoals die door de SJL werden uitgevoerd, sprake moest zijn van een bedrijfs overname. Dat die eis later is komen te vervallen, is naar de stellige indruk van de President niet een gevolg van een gewijzig de beleidsvisie, maar ingegeven door de noodzaak om uit de tussen SJL en HWL onstane impasse te geraken Conform het genoemde vonnis is de heer B. v.d. Ham per 1 oktober 1994 in dienst van de HWL.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1994 | | pagina 20