Aanhangsel nr. 13
Antwoord van Burgemeester en Wethouders op schriftelijke vragen als bedoeld
in artikel 37, eerste lid, van het Reglement van Orde voor de vergaderingen
van de Raad der gemeente Leeuwarden, ingediend door de heren G. Krol en
D. Feenstra namens de CDA-fractie naar aanleiding van de onkruidbestrijding
in de gemeente
Inleiding
Er is nu een aantal jaren een groenbeleid ingezet, waar bij de bestrijding
van het ongewenst groen geen chemische middelen meer worden benut.
Ondanks de intensievere behandeling ten aanzien van het totale groenonder
houd dat deze methode met zich meebrengt en ondanks een extra krediet voor
alternatieve methodes (zoals bijvoorbeeld borstelwagentjes) en ondanks de
maatregelen die vastgesteld zijn als uitvoering van het Groenbeleidsplan,
meent de CDA-fractie te moeten constateren, dat de resultaten niet optimaal
blijken te zijn.
Wij constateren dat op kwetsbare plekken in de stad het gewenste niveau van
het onderhoud van het openbaar groen niet wordt gehaald.
Het aanzien van de stad blijft daarmee in het geding. Met name is dat het
geval op plekken in de stad waar sprake is van (kleine) straatsteentjes.
Kennelijk zijn deze plekken dermate arbeidsintensief, dat de dienst
Stadsbeheer niet in staat is om het gewenste niveau van onderhoud te
handhaven
Daarom wil de CDA-fractie u graag de volgende vragen voorleggen.
Vragen
Antwoorden
1Bent u met ons van oordeel dat
het niveau van het onderhoud
van openbaar groen, zeker op
kwetsbare plekken in de ge
meente, niet gehaald wordt en
daardoor niet te handhaven is?
Met het CDA delen wij de zorg voor
het aanzien van de openbare ruimte
van de gemeente. De dagelijkse
leefomgeving geeft inderdaad niet
die aanblik die tijdens de be
strijding van ongewenst groen met
chemische middelen werd bereikt
Overigens is er in het verleden
niet een bepaald en te toetsen
niveau vastgesteld. Wij memoreren
dat aan de keuze om bij het onder
houd van de openbare ruimte geen
chemische bestrijdingsmiddelen
meer te gebruiken een raadsbesluit
ten grondslag ligt. Eerst is dat
besluit intern tot uitvoering ge
bracht. Vervolgens is met instan
ties en verenigingen, zoals
woningcorporaties en sportclubs,
overlegd, om het gebruik van che
mische bestrijdingsmiddelen beëin
digd te krijgen, c.q. te verminde-
1