6. Wat is de opstelling geweest Zie antwoord bij vraag 3. van wethouder Timmermans tij dens de bijeenkomst van het Overlegplatform toen hij met het standpunt van G.S. werd geconfronteerd Leeuwarden, 25 januari 1994 Burgemlester en Wethouders van Leeuwarden, Burgemeester.. iOCC 4 Aanhangsel nr. 3 Antwoord van Burgemeester en Wethouders op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 47, eerste lid, van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de Raad der gemeente Leeuwarden, ingediend door J. van Olffen en H. ten Hoeve namens de fractie van de Partij van de Arbeid omtrent opslag verontreinigde grond op het terrein van het voormalig Diaconessenhuis Inleiding: Tijdens het bouwrijp maken, in juni 1993, van een terrein grenzend aan de Transvaalstraat en gebouw E van het voormalig Diaconessenhuis is de aannemer gestuit op een ernstig geval van bodemverontreiniging (in een indicatief onderzoek in 1987 is dezelfde locatie onderzocht maar toen bleek dit niet Direct daarop heeft de aannemer opdracht verstrekt tot het verrichten van nader bodemonderzoek. Daaruit bleek dat het zowel een grond- als grondwa terverontreiniging met minerale olie betrof. Om de reeds aangevangen bouwactiviteiten zo min mogelijk te frustreren en de, onvoorziene, kosten te minimaliseren is de, tijdens de daarop volgende sanering, vrijgekomen grond door de aannemer, na overleg met betrokkenen waaronder de gemeente, op het terrein in depot gezet. Dit is geschied op een wijze dat eventueel gevaar voor de volksgezondheid is geminimaliseerd: de verontreinigde grond is gestort op folie en afgedekt met folie en een laag schone grond, er is een hek van 2 meter hoogte om het depot geplaatst. Vragen 1. Wie is verantwoordelijk voor deze verontreinigde grond en de verwijdering daarvan? 2. Is er toezegging gedaan dat deze grond voor het einde van 1993 zou worden verwijderd? Zo, ja waarom is dat tot op heden nog niet gebeurd? Antwoorden De verantwoordelijkheid ligt bij aannemersbedrijf J.G. Visser b.v. Dit bedrijf heeft de werkzaamheden uitgevoerd en is tevens eigenaar van het perceel waarop de grond ligt opgeslagen. Tijdens een bespreking met betrok kenen, waarbij de gemeente was vertegenwoordigd, is met de aanne mer afgesproken, dat het depot voor 1 januari 1994 zou worden opgeruimd; waarbij het streven erop gericht was dit op een eerde re datum te bewerkstelligen. Tot op heden is afvoer achterwege ge bleven omdat er nog gezocht wordt naar verwijderingsalternatieven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 1994 | | pagina 5