f \JIQJ2uJ
3. Is de handreiking vanuit de
buurt om mee te denken over
het aanboren van andere
financiële bronnen en desnoods
eigen middelen in te zetten
door het college in een
vergelijkende berekening
meegenomen? Zo ja, wat is
daarvan de uitkomst, zo nee
wat is hiervan de reden?
4Wordt in een eventueel nieuw
voorstel de informatie uit de
buurt voor wat betreft
leeftijdsopbouw jeugd,
bouwdichtheid in vergelijking
met andere wijken en de
kwaliteitsverhoging die deze
voorziening ten aanzien van de
wijk levert, meegenomen?
Van deze handreiking is het
college niets bekend. Wel heeft de
STH (zoals afgesproken tijdens de
informatieavond van 17 juni 1998)
gesprekken gevoerd met de eigenaar
van de grond, om eventueel tot
andere voorstellen te komen, maar
dat heeft slechts geleid tot de
reeds eerder besproken
mogelijkheid 1.
Een nieuw voorstel in niet aan de
orde
Leeuwarden, 23 februari 1999.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
burgemeester
Aanhangsel nr. 6
Antwoord van burgemeester en wethouders op schriftelijke vragen als bedoeld
in artikel 37, eerste lid, van het Reglement van Orde voor de vergaderingen
van de raad der gemeente Leeuwarden, ingediend door de heer R. Boormsa na
mens de SP-fractie inzake de berekening van de algemene uitkering uit het
Gemeentefonds
Vragen
1. Is de berekeningssystematiek
van de landelijke overheid
dusdanig veranderd, dat de na
delige gevolgen voor de ge
meente Leeuwarden niet te
voorzien waren?
Antwoorden
In 1997 zijn nieuwe verdeelmaat-
staven voor het Gemeentefonds in
werking getreden. Deze pakten voor
Leeuwarden voordelig uit. De bere
kening van de uitkering moet door
de gemeente op basis van de circu
laires zelf gemaakt worden. Ach
teraf kan worden gecontroleerd aan
de hand van verstrekte toelichtin
gen op de uitkeringsmaatstaven en
de door het Rijk overgelegde voor
schotuitkeringen of de systematiek
goed is geïnterpreteerd. Bij deze
toetsing achteraf is gebleken dat
één aspect van de verdeelmaatstaf
bijstandsontvangers foutief is
geïnterpreteerd. De berekening
zelf werd tot voor kort niet nage
rekend
2. Zo niet, hoe kan het dan ge
beuren dat deze fout is ge
maakt? De berekening van het
Rijk (bijdrage op basis van de
eindstand van het aantal uit
keringsgerechtigden in 1997)
is o.i. immers helder.
Deze fout heeft zijn oorsprong
gevonden in de brief van 18 juni
1996 inzake de nieuwe verdeelmaat-
staven. Maatstaf 7b bijstandsont
vangers gaf een totaaltarief aan
van f 4838,59, gebaseerd op een
apparaatskostenvergoeding en een
aandeel in 10% uitkeringslasten
e.d.. Deze ongedeelde maatstaf is
vervolgens in het gemeentelijk
berekeningsprogramma ingebracht.
In navolgende circulaires is
steeds de samenstelling van het
tarief aangegeven. Aangezien de
peildata voor de uitkeringen de
zelfde waren, is het niet opgeval
len dat de aanvankelijke ongedeel
de maatstaf gesplitst was in 2
afzonderlijke maatstaven.
1