Aanhangsel nr. 13 Antwoord van burgemeester en wethouders op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Leeuwarden, ingediend door de heer P. de Jong en mevrouw S. Inberg, raadsleden voor D66 omtrent het bedrijf Atoglas. Inleiding en voorgeschiedenis: Op grond van de Wet milieubeheer valt het bedrijf Atoglas onder het bevoegd gezag van de provincie Fryslan. Bij vergunningverlening is de gemeente betrokken als adviseur. In onze rol als adviseur hebben wij de provincie tot nu toe altijd gewezen op de noodzaak van een goede Wet milieubeheer- vergunning voor het bedrijf. Hierbij dient het ALARA-principe het uitgangs punt te zijn. Dit betekent dat de milieuvergunning een zo groot mogelijke bescherming van het milieu biedt, tenzij dit redelijkerwijs niet geëist kan worden. Bij het bepalen van de grootst mogelijke milieubescherming is het noodzakelijk dat bij vergunningverlening gekeken wordt naar de bedrijfs economische aspecten van milieumaatregelen. Bij de afweging of maatregelen redelijkerwijs geëist kunnen worden mag niet uitsluitend naar het individuele bedrijf gekeken worden, maar zullen vergelijkbare bedrijven, dan wel de bedrijfstak in ogenschouw genomen moeten worden. De verantwoordelijkheid voor het toepassen van het ALARA-principe ligt in dit geval bij de provincie. Als adviseur zien wij erop toe dat dit stringent wordt toegepast. Op 18 december 1997 heeft de provincie Fryslan voor het bedrijf een revisievergunning verleend. Deze vergunning was gebaseerd op een milieu zorgsysteem. Tegen die vergunning is indertijd door de gemeente beroep ingesteld, omdat naar onze mening onvoldoende duidelijk was of en in hoeverre het ALARA-principe was toegepast. De voorschriften voor geluid, emissies naar de lucht en externe veiligheid waren naar onze mening onvoldoende onderbouwd. Op 17 augustus 1998 is ons beroep tegen de vergunning door de Voorzitter van de Raad van State gegrond verklaard. De voorzitter heeft de vergunning vernietigd. Dit betekent dat de oude vergunning uit 1991 van kracht blijft, totdat de nieuwe vergunning is verleend Vragen 1. Is het het college bekend dat er tot op heden geen emissie metingen gebaseerd op continue meting zijn gerapporteerd? Antwoorden Het is ons bekend dat er geen continue emissiemetingen bij het bedrijf worden uitgevoerd. Op grond van de huidige milieu vergunning uit 1991 is dit ook niet verplicht. Wel moet jaarlijks inzicht in de emissies aan de provincie worden verstrekt. Wij zijn van mening dat in de nieuwe milieuvergunning een meet- verplichting moet worden voor geschreven die gebaseerd is op de Nederlandse emissierichtlijnen. 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 2000 | | pagina 32