Indien de antwoorden positief
zijn, is het college dan met
ons van mening, dat er opnieuw
gediscussieerd dient te worden
over het plan een gezond
heidscentrum aan het Beethoven-
plantsoen te realiseren? Dit
mede in verband met het feit,
dat in een dichte stedelijke
bebouwing als om en nabij het
Beethovenplantsoen groene
ruimten zoveel mogelijk
behouden moeten blijven?
Wij zijn van mening, dat er eerst
duidelijkheid moet komen over de
vraag of er in beide initiatieven
sprake is van ongewenste doublures
en ontwikkelingen die in strijd
zijn met ons beleid ter zake en in
hoeverre er sprake kan zijn van
elkaar versterkende, dan wel
aanvullende voorzieningen. Met het
oog daarop zijn wij voornemens
beide initiatiefgroepen op korte
termijn uit te nodigen voor een
gesprek.
Eerst na ommekomst van dit gesprek
zullen wij ons nader beraden over
de door ons gewenste ontwikkeling
van deze voorzieningen in het
westen van de stad.
Wij achten het niet gewenst daarop
vooruit te lopen.
4. Is het college bereid om deze
discussie opnieuw te openen in
de Commissie Stadsontwikkeling,
voordat wordt verder gegaan met
planontwikkeling aan het
Beethovenplantsoen?
Onze bevindingen naar aanleiding
van het gesprek met de
initiatiefnemers en de door ons
gewenste ontwikkeling van
voorzieningen op het gebied van de
gezondheidszorg in het westen van
de stad, zullen wij zo spoedig
mogelijk aan u voorleggen,
alvorens onzerzijds sprake is van
planontwikkeling op beide
locaties
Leeuwarden, 4 september 2000.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
burgemeester
secretaris
2