Aanhangsel nr. 18 Antwoord van burgemeester en wethouders op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Leeuwarden, ontvangen op 23 februari 1999 van fractievoorzitter de heer G. Krol namens de CDA-fractie, naar aanleiding van de door de provincie openbaar gemaakte studie "Voorkeurstracé Zuide r- zeelijn in Fryslan" Inleiding: In de studie "Voorkeurstracé Zuiderzeelijn in Fryslan" die door de provi n- cie openbaar is gemaakt, wordt afgezien van een aansluitboog naar Leeuwa r- den en gekozen wordt voor een kruisstation ter hoogte van Heerenveen, een opstapplaats waar reizigers van en naar Leeuwarden zullen moeten oversta p- pen Vragen Antwoorden 1. Is het college op de hoogte van de resultaten van de tra cé-studie Zuiderzeespoorlijn? Ja, het college is op de hoogte van de resultaten van het onder zoek, maar was voor het uitbrengen van het rapport niet op de hoogte gesteld van de resultaten van deze studie (zie bijgevoegde brief ge richt aan het college van GS van Fryslan)(Zie ook de bijgevoegde memo van wethouder Den Oudsten aan de leden van de Commissie Stads ontwikkeling van 4 april 2000) 2. Is het college betrokken ge weest - direct of indirect - bij het onderzoek (wellicht in de vorm van een overleg e.d.)? Nee, het college is op geen enkele manier betrokken geweest bij het onderzoek Deelt het college het stand punt van de CDA-fractie dat het niet aanleggen van een z.g. aansluitboog naar Leeu warden van de hoge snelheids trein een slechte zaak is voor de bereikbaarheid van Leeuwar den en haar wijde omgeving? Ja, door in het verleden ten aan zien van de hoofdwegeninfrastruc tuur genomen beslissingen is Leeu warden minder goed geïntegreerd in de ruimtelijke economische hoofd infrastructuur. Hoewel Leeuwarden veel ruimtelijke ontwikkelingsmo gelijkheden heeft, dreigt de min der gunstige ligging van Leeuwar den (perifeer) door onvolledigheid van de hoofdinfrastructuur de ve ie dere ontplooiing van Leeuwarden negatief te beïnvloeden, tenzij juist bij de aanleg van nieuwe infrastructuur met een hoge toe komstwaarde een herstelbeweging wordt gemaakt. 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Schriftelijke vragen) | 2000 | | pagina 48