4. Welke stappen heeft het colle
ge genomen en welke denkt het
college te ondernemen om in
deze zorgelijke ontwikkeling
het tij te (doen) keren?
Uit een studie van INRO/TNO (fe
bruari 1995) blijkt inderdaad dat
de onmiskenbare potenties van
Leeuwarden en de Westergo-zone
hierdoor niet volledig worden be
nut
Het afzien van een directe aan
sluiting op de Zuiderzeespoorlijn
betekent dat Leeuwarden en de Wes-
tergo-zone een kans mislopen om
beter bereikbaar te worden en
daardoor nog nadrukkelijker in een
achterstandsituatie terecht zullen
komen. De concurrentiepositie ten
opzichte van Zwolle en Groningen
dreigt hierdoor te verzwakken.
Het college heeft direct contact
opgenomen met het college van Ge
deputeerde Staten en vervolgens,
in de hiervoor aangehaalde brief,
aangedrongen op een aanvullend
onderzoek naar een volwaardige
aansluiting op de Zuiderzeelijn.
De provincie heeft positief gerea
geerd op deze brief.
Het Bestuurlijk Overlegplatform
Stadsgewest Leeuwarden heeft, mede
namens de provincie Fryslan en de
gemeente Leeuwarden, opdracht ver
leend aan Economisch Bureau Coulon
van de Fryske Academy om de econo
mische potentie van een aanslui
ting van de Zuiderzeelijn op Leeu
warden te onderzoeken. Dit heeft
januari 2000 geresulteerd in het
rapport "Gezocht: aansluiting
.met spoed)onderzoek naar de
economische potentie van een aan
sluiting van de Zuiderzeelijn op
Leeuwarden". In de bijgevoegde
memo van wethouder Den Oudsten aan
de leden van de leden van de com
missie Stadsontwikkeling van 4
april 2000 zijn de conclusies van
het onderzoek te lezen.
December 1999 heeft de door de
minister ingestelde commissie 01-
man haar rapport uitgebracht. De
conclusie van het rapport is: de
ZZL als magneetzweefbaan, conform
het voorstel van het consortium,
is haalbaar, mits duidelijkheid
bestaat over: