Aanhangsel nr. 19
Antwoord van burgemeester en wethouders op schriftelijke vragen als bedoeld
in artikel 37, eerste lid, van het Reglement van Orde voor de vergaderingen
van de raad der gemeente Leeuwarden, ontvangen op 23 februari 1999 van m e-
vrouw P. Van Ulzen-Hakker namens de Leeuwarder raadsfractie van de VVD,
naar aanleiding van het artikel in de Leeuwarder Courant d.d. 22-02-1999
m.b.t. de "Snelle trein".
Inleiding
In het artikel van de Leeuwarder Courant d.d. 22-02-1999 m.b.t. de "Snelle
trein" valt te lezen dat de provincie Fryslan de studie "Voorkeurstracé
Zuiderzeelijn in Fryslan" openbaar heeft gemaakt. In deze studie wordt a f-
gezien van een aansluitboog naar Leeuwarden en gekozen wordt voor een
kruisstation ter hoogte van Heerenveen, een opstapplaats waar reizigers van
en naar Leeuwarden zullen moeten overstappen.
Vragen
Antwoorden
Is het college evenals de VVD
van mening dat de beslissing
van de "gezamenlijke overhe
den" slecht is voor de bereik
baarheid van Leeuwarden?
Ja, door in het verleden ten aan
zien van de hoofdwegeninfrastruc
tuur genomen beslissingen is Leeu
warden minder goed geïntegreerd in
de ruimtelijke economische hoofd
infrastructuur. Hoewel Leeuwarden
veel ruimtelijke ontwikkelingsmo
gelijkheden heeft, dreigt de min
der gunstige ligging van Leeuwar
den (perifeer) door onvolledigheid
van de hoofdinfrastructuur de ver
dere ontplooiing van Leeuwarden
negatief te beïnvloeden, tenzij
juist bij de aanleg van nieuwe
infrastructuur met een hoge toe
komstwaarde een herstelbeweging
wordt gemaakt. Uit een studie van
INRO/TNO (februari 1995) blijkt
inderdaad dat de onmiskenbare po
tenties van Leeuwarden en de Wes-
tergo-zone hierdoor niet volledig
worden benut. Het afzien van een
directe aansluiting op de Zuide r-
zeespoorlijn betekent dat Leeuwar
den en de Westergo-zone een kans
mislopen om beter bereikbaar te
worden en daardoor nog nadrukke
lijker in een achterstandsituatie
terecht zullen komen. De concur
rentiepositie ten opzichte van
Zwolle en Groningen zal hierdoor
verder verzwakken.
1