- 4 -
"Der wurdt fan út gien dat de smokers yn ridlikens rekkenskip hâlde mei de net-
smokers. De foarsitter mei in tydlik smookferbod of in smookskoft ynstelle.".
Dêrmei wurdt wol in stik ferantwurdlikens by de foarsitter lein, mar sprekker
hat der wol betrouwen yn dat dat goed komt. In tekst yn dizze styl is net sa
abslút as de foarlizzende tekst of as it útstel fan de hear Van den Berg.
Fierder soe sprekker yn kêst 52 punt 5, nei 'de belangen fan de gemeente' jerne
ynfoegje 'of oaren'om't net allinnich belangen fan de gemeente mar ek belangen
fan oaren skeind wurde kinne. It liket him better dat dat op dizze wize te foaren
kommen wurdt.
De voorzitter constateert dat, naar aanleiding van wat er gezegd is over artikel
32,het rookverbod, de heer De Wolf wel een grote verantwoordelijkheid op hem legt.
Spreker denkt wel op de hoogte te zijn van de lasten van de leden, maar niet van
de lusten. Het lijkt hem moeilijk te bepalen wanneer de aanwezigen behoefte zouden
hebben aan roken. Het idee van de heer Van den Berg spreekt hem meer aan, d.w.z.
een bepaling dat er voor de pauze niet gerookt wordt of van tijd tot tijd korte
pauzes in de vergadering voor koffie en roken. Hij laat het echter aan de raad
over om een keuze te maken.
Verder heeft de heer Nieuwdam op artikel 52 gewezen, waarbij hij graag de aanvul
ling wil dat de leden bij zichzelf nagaan inhoeverre er echt aanleiding is om
met gesloten deuren te vergaderen. Het lijkt spreker dat daar inderdaad niet al
te lichtvaardig toe besloten moet worden. Hij vindt dat de aanvulling die gege
ven wordt doet vermoeden dat dat niet zou gebeuren als het niet uitdrukkelijk
vermeld wordt. Het lijkt hem dat er van leden van een commissie verwacht mag
worden dat zij zorgvuldig met het openbaar zijn van een verqadering zullen omgaan.
Op zich heeft hij er geen bezwaar tegen dat de genoemde aanvulling bij artikel 52
wordt aangebracht, maar er worden dan wel beperkingen aangebracht in de mogelijk
heden om de deuren te sluiten. Dat kan dan alleen nog maar als er economische
of persoonlijke belangen in het geding zijn.
Verder denkt spreker naar aanleiding van de opmerking van de heer Van der Baan,
dat het 'steenkoolfries' in de tekst hier en daar wat bij kan worden geschaafd.
(De hear Van der Baan: "Dat haw ik net sein, foarsitter".)
Dat de heer Van der Baan die uitdrukking niet gebruikt heeft komt omdat er in het
Fries geen uitdrukking voor bestaat.
Er kan intern wel worden nagegaan waar eventuele wijzigingen moeten worden
aangebracht, in zoverre dat die dan niet inhoudelijk zijn.
Naar aanleiding van de opmerking van de heer Van der Baan over artikel 19, zegt
spreker dat artikel 25 waarin staat dat ieder lid het recht heeft om voorstellen
te doen, daar een complement van is. Door artikel 19 wordt het college in staat
gesteld om zo'n voorstel voor te bereiden, want er moet wel zekerheid zijn dat
zo'n voorstel in de raad steun ondervindt. De raad heeft ook de bevoegdheid om
het nemen van een beslissing over zo'n initiatief-voorstel uit te stellen. De voor
zitter kan dat niet doen.
Spreker heeft verder geen bezwaar tegen het voorstel van de heer De Wolf om in
artikel 52 de woorden 'en oaren' in lid 5 in te voegen.
De hear Van den Berg stelt út dat oangeande it smoken opnommen wurdt dat der
smookt wurde mei yn de skoften dy't de foarsitter dêrfoar oanwiist.
De voorzitter is van mening.dat dat eigenlijk niet zo expliciet hoeft worden opge
nomen. Hijzelf heeft het recht om de vergadering te schorsen en het lijkt hem
dat de raadsleden daar in de loop van de vergadering eventueel wel om kunnen vragen.
De hear De Wolf fynt dat it dan allegear wol wat formalistysk isIt liket him
better dat it oan de ridlikheid fan de oanwêzigen seis oerlitten wurdt om sa no
en dan te smoken. Hy tinkt dat it yn de measte gefallen net steurend wêze sil as
immen sa no en dan in sigaret opstekt, benammen om't de seal net altyd sa fol sit
as dat no it gefal is.
