12. Voorstel tot van toepassing
verklaren van een afvalstof-
fenverordening
GEMEENTE BOORNSTERHEM
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 10 februari 1984.
Afvalstoffen zijn in het algemeen te definiëren als die stoffen waarop
ae eigenaar geen prijs meer stelt. Stoffen dus die men wel kwijt wil.
Ze ontstaan in principe bij ieder proces, of dat nu biologisch, chemisch,
fysisch of technisch is.
Het probleem van afvalstoffen is dat een doelmatige en milieuhygiënisch
verantwoorde verwijdering in het algemeen kosten meebrengt. Het gevolg
is dan ook dat men zich zo goedkoop mogelijk van deze stoffen wil ont
doen, waardoor deze terecht kunnen komen op ongewenste plaatsen.Er
moet dan ook worden bevorderd:
- dat er zo weinig mogelijk afvalstoffen ontstaan.
- dat de toch ontstane afvalstoffen doelmatig worden verwijderd.
Daarvoor is o.a. de Afvalstoffenwet in het leven geroepen, die voor wat
betreft de huishoudelijke en daarmee gelijkgestelde afvalstoffen op 1
oktober 1979 in werking is getreden.
Ingevolge artikel 2 van deze wet zijn de gemeenteraden verplicht een
verordening vast te stellen, regelende het zich ontdoen van huishoude
lijke afvalstoffen.
Zowel in de gemeenten Utingeradeel, Rauwerderhem als Idaarderadeel is
destijds een dergelijke verordening vastgesteld. Aan alle drie veror
deningen ligt de modelverordening van de V.N.G. ten grondslag, zodat de
uiteindelijke verschillen miniem zijn.
Van de afvalstoffenverordening Idaarderadeel kan nog gezegd worden dat
deze bij besluit van de raad van die gemeente van 12 oktober 1982, nr. 8
is gewijzigd om tegemoet te komen aan opmerkingen in een brief van Ge
deputeerde Staten waarin Gedeputeerde Staten overigens hun goedkeuring
verlenen aan genoemde verordening.
Hieronder zullen wij ingaan op enkele aspecten van de aan u voorgestelde
verordening
Inzamelgebied^_inzamelfrequentie
Artikel 3, eerste lid, van de wet schrijft voor, dat elk perceel elke
week door de reinigingsauto moet worden bezocht.
Ingevolge artikel 3, tweede lid, kunnen Gedeputeerde Staten op verzoek
van burgemeester en wethouders in het belang van een doelmatige inzame
ling van huishoudelijke afvalstoffen bepalen, dat in een gedeelte van
het grondgebied van de gemeente het huisvuil niet of niet wekelijks be
hoeft te worden opgehaald.