-1-
Behoort bij voorstel 31 Raadsvergadering 21 februari 1984.
Voorstel tot vaststelling van het leermiddelenkrediet
ten behoeve van de openbare lagere scholen in de ge
meente Boornsterhein, voor het jaar 1904.
Met het bedrag per leerling, /110,-, gaan wij accoord.
De voorgestelde splitsing wijzen wij af, daar deze, ongeacht
het feit of er al dan niet voor een reservering wordt ge
kozen, onrecht doet aan de situatie waarin de kleine
scholen verkeren ten opzichte van de grotere scholen.
Een kleine school behoeft een zelfde aanbod aan leermiddelen
als een grotere school.
Slechts het aantal verschiltniet de verscheidenheid aan
leermiddelen
Dit maakt een andere verdeling dan de door het college
voorgestelde noodzakelijk. Een verdeling die tevens uitgaat
van 110,- per leerling, maar dan is dit bedrag, vermenig
vuldigd met het totaal aantal leerlingen (1172), bepalend
om de gemeentelijke bijdrage aan te geven.
X Totale gemeentelijke bijdrage:
1172 x 110,- 128920.-.
XX Van dit bedrag geven we eerst aan elke school 1600-
We kiezen voor 16OO,-, daar is vastgesteld( door de
voormalige gemeente Idaarderadeel) dat dit het gemiddelde
reserveringsbedrag is,per school,voor 8e duurzame leermid
delen.
(nieuwwaarde vergt een investering van /16.000,-, gemid
delde afschrijvingstermijn is 10 jaar, aldus ontstaat een
jaarlijks te reserveren bedrag 16OO,-).
In de gemeente Boornsterhem zjjn 12 openbare lagere scholen:
12 x 1600,- 19200.-.
XX We dienen de totale gemeentelijke bjjdrage aldus met 19220, -
te verminderen. 128920
19200-
Resteert109720-
XX Delen we dit bedrag door het aantal leerlingendan verkrijgen
wij het te verdelen bedrag per leerling.