14. Voorstel tot het nemen van een be
sluit als bedoeld in artikel 74 van de
Wet geluidhinder (zonering langs we
gen)
GEMEENTE BOORNSTERHEM
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 9 maart 1984.
In de loop van de tijd is de intensiteit van vrijwel alle mense
lijke activiteiten sterk toegenomen, evenals de bevolkingsdichtheid
van de door de mens bewoonde gebieden.
Deze ontwikkeling, gepaard gaande met ontwikkelingen op het sociale
vlak heeft er toe geleid, dat geluidhinder de laatste jaren als mi
lieuprobleem meer aandacht en erkenning kreeg.
Weliswaar waren er al jaren lang in diverse wetten bepalingen opge
nomen, met de bedoeling lawaai tegen te gaan - zoals bijvoorbeeld
de Hinderwet, de Veiligheidswet, het Wetboek van Strafrecht, de Zon
dagswet, de gemeentelijke Bouwverordening en de Algemene Politie Ver
ordening - maar pas in 1971 kwam de Gezondheidsraad met het rapport
"Commissie geluidhinder en lawaaibestrijding", op grond waarvan werd
besloten tot het voorbereiden van de huidige Wet geluidhinder. Een
zeer uitvoerige en gecompliceerde wet, die in 1979 door het parle
ment is aangenomen en nadien in fasen in werking is getreden c.q.
zal treden.
De bestrijding van geluidhinder kan plaatsvinden door:
- het treffen van maatregelen aan de bron;
- maatregelen ter beperking van de overdracht van het geluid naar
de omgeving;
- maatregelen ter afscherming van de ontvanger.
Bij maatregelen aan de bron moet gedacht worden aan constructiewij-
zigingen aan zo'n bron waardoor deze minder lawaai maakt, maar ook
aan toevoegingen, zoals (geluid)dempersschermen en omkastingen.
Beperking van de overdracht kan worden bereikt door de afstand tus
sen de bron en de ontvanger te veroroten, en door het plaatsen van
wallen of schermen.
Afscherming van de ontvangers zal meestal bestaan uit het beter iso
leren van woningen etc.
Maatregelen ter beperking van de overdracht kunnen worden gereali
seerd door middel van zoneringsstelsels zorgvuldige plannen en
aanpassing van bestemmingsplannen.
Hoofdstuk VI van de Wet geluidhinder - getiteld: "Zones langs wegen"-
heeft daarop betrekking. Het hoofdstuk is verdeeld in zes afdelingen,
waarvan in verband met het volgende thans alleen de eerste twee van
belang zijn de artikelen 74 tot en met 87)
Afdeling 1 handelt over "Omvang geluidszones'!.
Artikel 74 bepaalt dat zich langs iedere weg een zone bevindt, waar
van de breedte aan weerszijden van de weg varieerd van 200 tot 600
meter, afhankelijk van het aantal rijstroken van de weg en de ligging
in stedelijk gebied of in buiten-stedelijk gebied.