16. Voorstel tot het nemen van een
voorbereidingsbesluit op grond
van artikel 21 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening voor het
plaatsen van een LPG-tank te
GEMEENTE BOORNSTERHEM
Wartena.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 9 maart 1984.
Van Koelewijns Handel Maatschappij B.V. hebben wij een verzoek ontvan
gen om vergunning voor het plaatsen van een LPG-tank in perceel sectie
C, nr. 699 te Wartena, bij het verkooppunt van de Fa. S. van den Berg
aan de Hoofdstraat 66.
Dit verzoek vloeit voort uit de noodzaak tot verplaatsing van de LPG-
tank van de Fa. S. van den Berg, en is als zodanig mede een gevolg van
een bij Koninklijk Besluit van 8 december 1981 alsnog in verband met een
beroepsprocedure geweigerde hinderwetvergunning (door burgemeester en
wethouders van de voormalige gemeente Idaarderadeel was in eerste in
stantie wel hinderwetvergunning verleend)
In nauw overleg met de regionale inspectie van de milieuhygiëne is aan
sluitend op het negatieve Koninklijk Besluit gezocht naar een alternatief
voor de Fa. S. van den Berg. Dit alternatief is gevonden in verplaatsing
van de LPG-tank naar de wegberm aan de westzijde van het bestaande ver
kooppunt. De benodigde hinderwetvergunning voor de gewijzigde situatie
is inmiddels in 1983 verleend.
Voor het plaatsen van de LPG-tank is een bouwvergunning vereist, waartoe
zoals eerder gemeld een vergunningaanvraag is ingediend.
Op het bouwplan zijn van de toepassing de voorschriften van het bestem
mingsplan Kern Wartena (1957) Ingevolge deze voorschriften, met name het
bepaalde in artikel 7 (weg, plantsoen, groenstrook, wegberm, parkeerter
rein) mag op het betreffende perceel niet worden gebouwd. Formeel dient de
vergunning dan ook te worden geweigerd.
Gelet echter op het belang van de verplaatsing van deze tank uit milieuhy
giënische overwegingen, alsmede gelet op het feit dat de tank ondergronds
wordt geplaatst, dus niet zichtbaar, vinden wij dat aan het bouwplan me
dewerking moet worden verleend.
Wij zijn, gelet op het vorenstaande dan ook voornemens om de gevraagde
vergunning te verlenen via een artikel-19-procedure.
Alvorens deze procedure kan worden gevolgd, dient uw raad voor het betref
fende perceel een voorbereidingsbesluit op grond van artikel 21 van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening te nemen.