- 10 - vergroting van het laadvermogen minder schepen nodig maakt voor een grotere vervoers stroom, en dat dit de veiligheid zou bevorderen. Reden te meer om de recreatie-ont wikkeling niet zo negatief te benaderen. Overigens blijft de vraag of het belang van Friesland bij vergroting van de mogelijk heden voor de vrachtvaart, die toch voornamelijk een "doorgaand" karakter heeft, wel opweegt tegen de kosten en de nadelen. Daarbij: hoe groot zijn de realisatie kansen van die vergroting? Voor zover bekend vinden Rijkswaterstaat en de provincie Groningen capaciteitsvergroting niet nodig. Om dan evengoed met als argument die toekomstige capaciteitsverhoging, de toeristische en recreatieve ontwikkeling tegen te gaan, gaat toch wel ver. Zeker is, dat ook nu al door de sterke en onregelmatige golfslag op het Prinses Mar grietkanaal het varen met kleine boten veelal bepaald geen pretje is, zodat alter natieve vaarroutes vooral voor de kleinere recreatievaart dringend gewenst zijn. En dan valt het op, dat voor alternatieve vaarroutes in het plan geen wezenlijke voorstellen worden gedaan. Aandacht zou moeten worden besteed aan de schade die de grote, snelle vrachtvaart op het Prinses Margrietkanaal veroorzaakt voor de oeverbeheerders, de waterschappen, en daarmee voor de inwoners van Friesland, door de oeverbeschadiging die het gevolg is van de enorme heen en weer gaande onderstromingen die tot op vele kilometers afstand van het kanaal in de zijtakken optreden. Onze ambtelijke projektgroep heeft een zeer verdienstelijk en leesbaar werkstuk geleverd met zijn analyse van de voor onze gemeente in het bijzonder belangrijke gedeelten uit het plan. In de opstelling die B. en W. ons voorstellen te kiezen, kunnen wij ons in grote lijnen vinden, daarom slechts enkele kanttekeningen en preciseringen De vrachtvaart naar Drachten valt nu over de volle lengte samen met druk recreatie- verkeer, dat vermoedelijk nog in intensiteit zal toenemen. Drachten adverteert zich als waterrecreatieplaats. Voor een groot deel loopt zij ook door een fraai natuurgebied, dat ook te lijden heeft van de reeds eerder genoemde onderstromingen. Daarom moet worden gezocht naar een alternatief voor de vrachtvaart in de vorm van een route ten oosten van Eernewoude, die zo weinig mogelijk samenvalt met recreatiewateren. De verbinding Kromme Grouw-Zwette zou van veel belang zijn voor de recreatie. Daarom aandringen op plaatsing als gewenst met klasse CM. De Wargastervaart zou klassering BZ moeten houden, echter pas te realiseren voor wat betreft de eventuele bediening van de brug (de Tútse Brêge) als ook de brug over het Langdeel in de weg Leeuwarden-Drachten voor de zeilvaart zou worden bediend De doortrekking van de "Cubasloot" van de Holstmar naar de Folkertsleat bij de oostkant van de Rengerspôlle, zoals opgenomen in het recreatiebasisplan dat is vastgesteld door de gemeenten Idaarderadeel, Smallingerland en Tietjerksteradeel behoort als gewenste verbinding, parallel aan het Prinses Margrietkanaal, in het plan te worden opgenomen, b.v. in de klazze CZ. De route Pikmeer, Grouw, Kromme Grouw, Irnsum, Kromme Knilles, Akkrum, Meine Sleat, Sneeker Meer moet worden gezien als een belangrijke route voor de recreatievaart. Aan de risico's van de kruising bij Oude Schouw moet niet te zwaar worden getild. Zo nodig kan de aansluiting aldaar worden verbreed. Klassificatie BM nastreven voor Grouw-Irnsum en BZ voor Irnsum-Akkrum-sneeker Meer. Wij ondersteunen van harte de conclusie van B. en W. dat de gewenste doorvaarthoogte voor de recreatieve vaarwegen in de klasse CM 2,50 m behoort te zijn. Dit verhoogt de recreatieve bruikbaarheid in belangrijke mate t.o.v. de 2.00 m die in het plan is voorgesteld. Wij ondersteunen ook de opmerkingen uit de tweede afdeling. Het onderhoud van voor de recreatie belangrijke wateren is, ongeacht eigendom, een bovengemeentelijk belang. Het behoort veeleer tot de provinciale en/of rijks taken, dan tot die van de gemeente waarin ze toevallig gelegen zijn. Immers, er zijn b.v. heel wat meer Leeuwarders en Drachtsters of zelfs Amsterdammers die belang hebben bij het onderhoud van onze recreatiewateren, dan inwoners van onze eigen dun be volkte gemeente. Het zou onredelijk zijn deze laatsten voor het onderhoud te laten opkomen Wij vertrouwen, dat u deze commentaren in uw reactie naar G.S. zult overbrengen."

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1984 | | pagina 15