-3- Naar de mening van de Minister zijn de gemeentelijke belastingen geen geëigende instrumenten om een inkomensbeleid te voeren in de zin zoals het Rijk dat doet. Indien de gemeente dit instrument zou toepassen zou mogelijk een onevenredige inkomensverdeling binnen de laagste inkomensklasse ontstaan. Het afschrijvingsbeleid van Opsterland raakt wel het algemene inkomensbeleid. Kollumerland en Deventer. Deze gemeenten willen om veel tijd te kunnen besparen, geheel uitgaan van het beleid van de (Directeur der) rijksbelastingen met betrekking tot de kwijtschelding van de betaling van onroerend-goedbelastingen. Met andere woorden, zodra een belastingplichtige bewijzen kan, dat hem geheel of gedeeltelijke kwijtschelding van de betaling van de onroerend-goedbelastingen is verleend, wordt hem bijna automatisch, echter wel op verzoek, ook kwijtschelding verleend van afvalstoffenheffing, rioolbelasting en hondenbelasting. Model-Boornsterhem/rijksbelastingdienst De mogelijkheid om kwijtschelding (de wet spreekt van afschrijving) te verlenen van gemeentelijke belastingen is neergelegd in artikel 17 van de ook op de gemeentelijke belastingen van toepassing verklaar de Invorderingswet. Kortweg luidt de betreffende bepaling als volgt: "Indien een belastingplichtige niet in staat is anders dan met buitegewoon bezwaar de belasting of de volle belasting te betalen, dan kan de belasting geheel of gedeeltelijk worden afgeschreven (de zogenaamde kwijtschelding wegens onvermogen)". Behalve het begrip afschrijving/kwijtschelding komt ook het begrip oninbaarverklaring voor. De gemeentewet zegt in artikel 300 over deze zaken het volgende: "De in artikel 17, eerste lid van de Invorderingswet bedoelde afschrijving wordt niet verleend dan nadat de gemeente-ontvanger is gehoord. Burgemeester en wethouders kunnen op voorstel van de gemeente-ontvanger de belasting geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren. Het daartoe strekkende besluit ontheft de gemeente ontvanger van de verplichting verdere pogingen tot invordering te doen" Het gaat hier dus over twee verschillende mogelijkheden om een belastingschuld te verminderen of te-niet te doen, te weten afschrij ving/kwijtschelding of oninbaarverklaring^, In beide gevallen is er sprake van een op zich terecht opgelegde belastingaanslag. Bij oninbaarverklaring is getracht de belasting te verhalen, desnoods met toepassing van dwangmiddelen. Het is een interne aangelegenheid van de belastingadministratie of zij van verdere pogingen zal afzien. Door deze administratieve maatregel gaat de belastingschuld niet teniet. Tot oninbaarverklaring zal niet mogen worden overgegaan in die gevallen, waarin toepassing van de verordening een onbillijke te hoge belastingheffing tot gevolg zou hebben, die zich niet verdraagt met de doelstelling van de verordening. In die gevallen zou dus overwogen moeten worden of kwijtschelding verleend kan worden. Oninbaarverklaren vindt veelal plaats bij het voorlopig vasts-tellen van de gemeenterekening.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1984 | | pagina 32