- 4 - Het begrip oninbaarverklaren van belastingen kan hier naar onze mening verder buiten beschouwing blijven. Bij afschrijving/kwijtschelding is sprake van een subjectieve -op de omstandigheden van de persoon afgestemde- benadering; in zo'n geval wordt definitief afgezien van d^ invordering, omdat de hardheid, welke invordering voor de belastingschuldige zou meebrengen, buiten elke verhouding staat tot het algemeen belang, dat door de invordering zou zijn gediend. Het gaat dus om de betaalcapaciteit van een belastingschuldige, die zodanig is, dat, hoewel de heffing op de juiste wijze heeft plaatsgevonden, betaling niet anders dan met buitengewoon bezwaar kan geschieden. In het instrument van afschrijving/kwijtschelding als bedoeld in artikel 17 van de Invorderingswet ligt de mogelijkheid om bij de feitelijke inning van gemeentelijke belastingen rekening te houden met de financiële situatie van de laagste inkomensgroepen. Naast het begrip kwijtschelding kennen we ook het begrip vrijstelling. Bij vrijstelling ontstaat in bepaalde gevallen geen belastingschuld, omdat deze in een verordening is opgenomen en geldt voor een ieder, die aan die algemene voorwaarden voldoelt. Voorbeelden zijn de gebruiksvrijstelling bij onroerend-goedbelastingen.De gebruikers/bewoners van woningen met een waarde-beneden 9.000,zijn vrijgesteld van de betaling van onroerend-goed belastingen. Deze vrijstellingsmogelijkheid heeft deels te maken met draagkrachtoverwegingen. Bij de hondenbelasting is het mogelijk om via een tarief of via vrijstelling rekening te houden met draag kracht In deze gevallen gaat het om algemeen werkende bepalingen in de belastingverordening die er toe leiden dat er geen of een lagere belastingschuld ontstaat indien aan bepaalde criteria wordt voldaan. Naast deze genoemde gevallen bestaan er niet of nauwelijks mogelijkhe den (zie Abcoude). Hoewel gesteld wordt door de rijksoverheid, dat in het minimum loon en in de uitkeringsbedragen, een bedrag is opgenomen ten einde de niet op inkomensmaatstaven geënte gemeentelijke belastingen te kunnen voldoen, zijn wij van mening, dat het in deze tijd van recessie een goede zaak is (en het van solidariteit met de in financiëel opzicht zwakkeren in de samenleving getuigt) om voor de laagste inkomensgroepen een afschrijvingsbeleid te gaan voeren. Uit hoofde van rechtsgelijkheid zal een dergelijke afschrijvings- beleid goed genormeerd moeten worden. Wij denken dan aan aansluiting te zoeken bij het afschrijvingsbeleid zoals dat door de rijksoverheid wordt gevoerd; dit beleid kunt u lezen in de bij de raadsstukken ter inzage gelegde folder van het Ministerie van Financiën over "kwijt schelding wegens onvermogen" Vanzelfsprekend zal aan een afschrijvingsbeleid, als door ons wordt voorgesteld, wil het althans aan zijn doel beantwoorden, ruime bekendheid gegeven moeten worden. Te denken valt aan een bijsluiter bij het aanslagbiljet en publikatie in de Mid—Frieslander Het ligt zondermeer in de verwachting, dat een dergelijk beleid een aanzienlijke toeneming van het aantal verzoeken om afschrijving zal betekenen. Het is uiteraard van belang te weten hoeveel een dergelijk beleid de gemeente gaat kosten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1984 | | pagina 33