w
22. Voorstel tot vaststelling van een
verordening regelende de samenstel
ling en bevoegdheden van een in te
stellen sportraad (commissie op grond
van artikel 61 gemeentewet).
GEMEENTE BOORNSTERHEM
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 4 mei 1984.
Eind 1983 werd door de sport aangeboden een concept "Verordening Sportraad
Boornsterhem"
Met de aanbieding van deze conceptverordening werd een duidelijke hint
gegeven om te komen tot de instelling van een Sportraad in Boornsterhem.
In Utingeradeel had men ervaring met een sportraad.
De aangeboden conceptverordening gaat uit van een commissie op grond
van artikel 61 van de gemeentewet met bevoegdheden en een eigen begroting.
Door het grote scala van bevoegdheden waartoe de conceptverordening
kan leiden, is dat aanleiding geweest om het ontwerp op onze mogelijkheden
en behoeften te toetsen.
In verband met de inwerkingtreding van de nieuwe comptabiliteitswet
per 1 januari 1985 is het niet meer zinvol een sportraad op gang te
brengen met een eigen begroting. De nieuwe wet biedt voldoende mogelijk
heden om op adequate wijze de administratie in te richten. Alleen al
in verband hiermee moest de verordening worden herschreven. Voorts
is gebleken dat er grote verschillen in benadering van de sport zijn.
Ieder der voormalige gemeenten hanteerde een verschillend systeem,
vaak ook nog per dorp verschillend.
Zo zijn er verschillen in subsidiebeleid, tarieven en gebruiksvoorwaarde.
Wij zijn van mening dat, alvorens tot delegatie van bevoegdheden kan
worden overgegaan, het beleid in bovenvermelde zaken vastgesteld moet zijn.
Adviezen vanuit de sport zijn daarbij onontbeerlijk.
Onze eerste behoefte gaat dan ook uit naar een sportraad als adviesorgaan.
De integratie van het ambtelijk apparaat is in volle gang. Wanneer
een ander beheersorgaan dat proces zou doorkruisen, kan dat een
ernstige belemmering van onze bestuurstaak betekenen.
Voor zowel de dienst gemeentewerken als de afdeling O.W.P.Z. zijn verschil
lende functionarissen aangesteld welke o.a. zijn belast met beheer
en exploitatie van sportvoorzieningen.
Het overdragen van bevoegdheden kan slechts fasegewijs plaatsvinden
en niet eerder dan nadat wijalsmede bovenvermelde functionarissen
inzicht hebben verkregen in de problematiek van een efficiënt beheer
en exploitatie.
Tegen die achtergrond blijkt duidelijk waarom wij op dit moment geen
behoefte hebben aan nieuwe beheersorganen, maar meer aan een adviesorgaan.