- 2 - - dat het bezwaarschrift van appellant gegrond dient te worden verklaard en de huisvestingskosten voorzover deze boven de maximaal gestelde 2.000,uitkomen te beschouwen als kosten die recht streeks te maken hebben met de sociaal-culturele activiteiten. Ons college is echter van mening, dat de kosten boven de gestelde 2.000,maximaal subsidiabele huisvestingskosten, niet recht streeks te maken hebben met de sociaal-culturele activiteiten. Wij vinden dan ook dat deze kosten buiten het tekort voor de sociaal- culturele activiteiten moet worden gehouden. Op de hoorzitting van 25 april is als nieuw feit naar voren gekomen dat het genoemde onderhoud extra ofwel buitengewoon onderhoud is. Dit betekent, dat de opgevoerde kosten ten bedrage van 4.500,afgeschreven moet worden in 10 jaar, volgens de algemene subsidieverordening van de voormalige gemeente Idaarderadeel (zie artikel 1, lid 1). Als kosten kan dan in 1984 maar 450,worden opgevoerd. De begroting 1984 wordt dan als volgt: huisvestingskosten app. en org. kosten activiteiten kosten niet subs.kosten 24^840^-- giften 1.850, buffet 15.000,— overige inkomsten/ 5.500, begrotingstekort 2.490, 24^840x-- 9.250,— 635,— 7.250,— 7.705,— De subsidie zou in dit geval dus maximaal 2.490,bedragen. In 1983 kreeg de jeugdsoosnqg7.585,subsidie voorlopig toegezegd. Om de jeugdsoos de gelegenheid te geven het subsidie af te bouwen stellen wij u voor de subsidie 1984 te stellen op 3.440, namelijk het bedrag zoals vermeld is in de subsidielijst 1984 en het AROB-bezwaar af te wijzen. De vraag of in 1985 en volgende jaren subsidie toegekend wordt op afschrijving van buitengewoon of extra onderhoud is volgens ons niet van belang bij het beoordelen van de subsidie 1984. Het is voor elke vereniging een vraag of bepaalde subsidie in 1985 en volgende jaren nog verkregen kunnen worden. Samenvattend stellen wij u dan ook voor te besluiten: - te constateren dat op de hoorzitting van 25 april 1984 nieuwe feiten naar voren zijn gekomen waaruit is gebleken dat opgevoerde onderhoudskosten van 4.500,extra ofwel buitengewoon onderhoud is; dat dit betekent, dat de lasten hiervan over meerdere jaren moeten worden gespreid volgens de subsidieverordening artikel 1, lid 1; - dat de maximale subsidie van de jeugdsoos naar aanleiding van de nieuwe feiten derhalve gesteld zou moeten worden op maximaal 2.490, - dat de teruggang in subsidie die hiervan het gevolg zou zijn niet wenselijk is en dat de subsidie derhalve moet worden ge handhaafd op het bedrag zoals genoemd in de subsidielijst 1984 namelijk 3.440,

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1984 | | pagina 72