- 28 -
De consequenties van de genoemde motie zijn voor spreker niet goed te overzien
en daarom steunt hij de motie niet.
Het idee om een proefproces te voeren spreekt hem ook niet zo aan, omdat er door
de herindeling genoeg werk te doen is. Het lijkt hem beter dat zoiets aan gemeenten
over wordt gelaten die daarvoor nog wel wat mankracht beschikbaar hebben.
Spreker vindt verder dat de gemeente in de economische 'groei'tijd veel verdiend
heeft aan het grondbedrijf. Het feit dat daar nu voor betaald moet worden moet
dan ook geaccepteerd worden en het i-s inderdaad niet overstandig om het teveel
aan gronden dan maar weer te verkopen.
Verder verzoekt hij de raadsleden via hun politieke partijen aan Den Haag te laten
weten dat het tijd wordt voor een plattelandsbeleid. Dat gaat verder dan een land
bouwbeleid. Het zijn nl. niet alleen de boeren die door de superheffing getroffen
worden, maar ook de mensen die werkzaam zijn in de toeleveringsbedrijven en de
verwerkende bedrijven, in de dienstverlening en die afhankelijk zijn van de agra
rische produkt ie
De deurensectie van Halbertsma schijnt vrij aardig te lopen. Spreker vraagt of
het college weet hoe het afgelopen is met de activiteiten van de kamerleden
Zijlstra (P.v.d.A.) en Faber (C.D.A.) die aan de minister zouden vragen of het
niet op de weg van de regering ligt om zo'n bedrijf te steunen. Het is indertijd
alleen bij vragen gebleven en de geldelijke garanties zijn. door de gemeente ver
strekt. Het lijkt spreker wel goed dat eens in een afdelingsvergadering bekend
wordt gemaakt wat voor effect die garantieverlening gehad heeft.
Verder is het volgens spreker goed om op het milieu te letten. Men moet zich
daarbij bepalen tot de effecten van bodem—, water- en luchtverontreiniging. De
effecten kunnen een oorzaak hebben die 100 jaar geleden begonnen is. Toch kan er
met de milieubescherming te ver worden doorgeschoten. Hij denkt daarbij aan de
wet geluidhinder. Die wet wordt ontzettend duur door het grote grondbeslag en de
enorm strenge eisen die aan het verkeer gesteld worden. Er moet goed op gelet
worden dat door te ver gaande maatregelen de positie van een exporterend land als
Nederland niet wordt ondergraven.
Wat betreft de arbeidstijdverkorting is spreker het met de voorzitter eens dat
het gemeentebestuur een eigen verantwoordelijkheid heeft. Dat er daarbij ook
overleg met de vakbonden moet komen staat voor hem vast.
Hij is het met de eindconclusie van de heer Van den Berg in zijn algemene be
schouwing wel eens. De raad is een aardige club. In het begin moest het wel wat
wennen, maar nu loopt het toch heel aardig. Er wordt geprobeerd de belangen van
de burger zo goed mogelijk te behartigen en daarom wil hij die conclusie graag
onderstrepen.
De voorzitter merkt op dat de nota over vrede en veiligheid binnenkort in de
afdeling aan de orde gesteld zal worden, zodat daar dieper op dit onderwerp kan
worden ingegaan. De motie van de P.v.d.A. ondervindt voldoende steun om in
stemming te worden genomen.
Wat betreft het vraagstuk van_werken met behoud van uitkering moeten de mogelijk
heden nader bekeken worden. Dat geldt in het bijzonder voor het toetsen van werk
met behoud van uitkering en de werkgelegenheidsaanpak, zoals dat op dit moment
regionaal in de Schoterwerven gebeurt.
Over de milieuproblematiek lopen de meningen uiteen. In hoeverre dat ook in de
praktijk het geval is, kan alleen daar bekeken worden. Wel is iedereen het er
over eens dat wat er in het verleden gebeurd is, niet weer gebeuren moet.
Dat de gedeputeerde waarmee over de rondweg om Irnsum gesproken moet worden
geen onverdeeld voorstander van die weg is is bekend. Door provinciale staten
echter is die weg opgenomen in het provinciale verkeers- en vervoersplan. Het
gesprek moet dus in de richting geleid worden van de vraag wat provinciale staten
(financieel) denken te doen aan de weg die in dat plan is opgenomen.
Op de vragen die de kamerleden Zijlstra en Faber gesteld hebben naar aanleiding
van het feit dat Halbertsma geen steun en een houtbewerkingsbedrijf in Noord-
Holland wel financiële steun van het rijk kreeg, zijn geen bevredigende antwoorden
gekomen. Wel is bij de departementen een tendens te bespeuren dat men bezig is
een oplossing te zoeken voor dit probleem. Hoewel Halbertsma geen voordeel van