6. Voorstel tot opzegging van de ge meenschappelijke regeling Sociale Dienst Heerenveen-Utingeradeel isfns>j GEMEENTE BOORNSTERHEM Aan de gemeenteraad. Grouw, 10 augustus 1984. Sinds 1 januari 1967 bestaat er tussen de gemeente Heerenveen en de voormalige gemeente Utingeradeel een gemeenschappelijke regeling inzake het voeren van de directie en de administratie van de sociale dienst der gemeente Utingeradeel door de sociale dienst der gemeente Heerenveen. In verband met de gemeentelijke herindeling per 1 januari 1984 is in die toestand verandering gekomen. Daarenboven vraagt de Wet van 6 juli 1983 tot gemeentelijke herinde ling van Friesland van de gemeentebesturen van de nieuw gevormde gemeenten voorzieningen ten aanzien van de gemeenschappelijke regelingen, welke voorzieningen voortvloeien uit de gewijzigde gemeentelijke indeling. Deze voorzieningen dienen te worden getroffen binnen 6 maanden na de herindeling i.c. vóór 1 juli 1984, welke termijn door Gedepu teerde Staten met 6 maanden kan worden verlengd tot 1 januari 1985. Vóór de datum van 1 juli 1984 hebben wij met betrekking tot de onderhavige regeling een verzoek tot verlenging bij Gedeputeerde Staten ingediend. Omtrent de na de herindeling ontstane situatie is reeds enkele malen overleg gepleegd met het gemeentebestuur van Heerenveen. In dat overleg is o.a. aan de orde geweest de mogelijkheid van overname en detachering van personeel van de dienst Heerenveen en voorts de financiële consequenties voortvloeiende uit een beëindi ging van de gemeenschappelijke regeling met de gemeente Heerenveen. Over beide punten kon geen overeenstemming worden bereikt, zodat de praktische situatie als volgt kan worden weergegeven. Met ingang van 1 januari 1984 worden de werkzaamheden bij de sociale dienst, ook met betrekking tot het grondgebied van de voormalige gemeente Utingeradeel, verricht door personeel van de eigen gemeente lijke dienst. In de herindelingswet is geregeld, dat, indien er in verband met de voorzieningen ten aanzien van de gemeenschappelijke regelingen een verrekening tussen de gemeenten dient plaats te vinden, de vaststelling van het bedrag van die verrekening plaats vindt door Gedeputeerde Staten gehoord de gemeentebesturen. Het geschil met het gemeentebestuur van Heerenveen hebben wij inmiddels bij brief van 18 juni 1984 aan Gedeputeerde Staten voorge legd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1984 | | pagina 51