GEMEENTE BOORNSTERHEM 18. Voorstel tot het verdagen van de beslissing tot vaststelling van het bestemmingsplan fietspad Irnsum-Akkrum Aan de gemeenteraad. Grouw, 10 augustus 1984. Het ontwerp-bestemmingsplan fietspad Irnsum-Akkrum heeft overeenkom stig het bepaalde in de Wet op de Ruimtelijke Ordening van 26 april 1984 tot en met 25 mei 1984 ter inzage gelegen. Artikel 25 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de beslissing tot vaststelling van het plan moet worden genomen binnen drie maanden na de ter inzage legging. In dit geval dus vaststelling vóór 25 augustus 1984. In het tweede lid van dit artikel 25 wordt de raad de mogelijkehid gegeven om de beslissing tot vaststelling voor ten hoogste drie maanden uit te stellen. Gedurende de ter inzage legging zijn een tweetal bezwaarschriften ingediend tegen het ontwerp-planDe advisering omtrent deze bezwaar schriften zal naar verwachting in de tweede helft van augustus kunnen worden afgerond, waarna wij een voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan kunnen opstellen. De beslissing tot vaststelling kan, gelet op het vorenstaande, niet plaats hebben vóór 25 augustus 1984. Wij stellen uw raad daarom ook voor de beslissing met ingang van 25 augustus 1984 voor ten hoogste drie maanden uit te stellen, c.q. te verdagen. Een ontwerp-besluit daartoe hebben wij voor u bij de raadsstukken ter inzage gelegd. Door het nemen van het verdagingsbesluit wordt de voorbereidingsbe scherming tijdens de bestemmingsplanprocedure niet verbroken (artikel 46, lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en artikel 50, lid 3 van de Woningwet). In het plangebied kunnen daarmee ontwikke lingen die de realisering van het plan bemoeilijken, geweerd worden. Burgemeester en wethouders der gemeente Boornsterhem, de secretaris, de burgemeester, P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1984 | | pagina 72