- 13 -
De heer De Wolf zegt dat het watergebied tussen Grouw, Wartena en Drachten van
groot belang is voor toerisme en waterrecreatie. Het gebied rond Terhorne is
daar na de herindeling bij gekomen. Hij citeert vervolgens uit het commentaar
van de Vereniging Grouwster Watersport dat "dit gebied ligt in het hart van de
grootste bevolkingsconcentraties van Frieslad en het is bekend dat het grootste
deel van de mensen die er hun ontspanning op en aan het water zoeken, uit Fries
land zelf afkomstig is. Het levert daarmee een uitstekende bijdrage aan een beleid
dat recreatie dicht bij huis, en vakantie in eigen land propageert.
Het is als waterrecreatiegebied van nationaal belang, en algemeen bekend. Het
gebied is dan ook als recreatiegebied van groot sociaal belang voor de Friese
bevolking, en watertoerisme en -recreatie zijn in verband met de werkgelegenheids
effecten van groot economisch belang voor de bevolking van het gebied zelf.
In het kader van een beleid dat de toeristich-recreatieve mogelijkheden van
Friesland wil versterken en uitbouwen, zou dit gebied dan ook veel aandacht moeten
krijgen. In het voorgestelde T.R.O.P.-beleidsplan is dit echter niet of nauwelijks
het geval. Het belang van Je recreatiemogelijkheden in dit gebied wordt nog grocer
nu rekening moet worden gehouden met toename van de vrije tijd door arbeidstijd^er-
korting (roostervrije dagen) en een verwachte werkloosheid van 30%, zoals genoemd
in de T.R.O.P.-ontwikkelingsvisie.
De toeristisch-recreatieve aantrekkelijkheid van het gebied wordt in belangrijke
mate bepaald door het aantrekkelijke waterlandschap met zijn vele mogelijkheden
om tochtjes te maken, met weinig obstakels als bruggen en sluizen, afwisselend
open zoals bij Grouw en Drachten, en meer besloten zoals in de "Oude Venen". En
zelfs in het hoogseizoen zijn er rustige en drukke gedeelten.
Varen was mogelijk op bijna alle wateren, aanleggen aan bijna alle oervers, en
ook een eindje wandelen vanuit de aanlegplaats was veelal mogelijk. Helaas moet
vastgesteld worden, dat er aan de aantrekkelijkheid van dit gebied de laatste
jaren ernstig afbreuk is gedaan. In de "Oude Venen" zijn kilometers oeverlengte
voorzien van eentonige wilgenhagen, die op den duur aanleggen onaantrekkelijk of
onmogelijk zullen maken en die daar:~riietpassen. Het wandelen vanuit enkele aan
legplaatsen is er onmogelijk gemaakt. Elders in het gebied verschijnen stenige
oeverbeschoeiingen die het aanleggen onmogelijk maken, en die bij ongewild aan
drijven zelfs gevaar voor lekstoten opleveren. Daarbij zijn ze landschappelijk
bepaald onaantrekkelijk.
Voorts zijn er langs kilometers oever prikkeldraadhekken aangebracht, zo dicht
bij de waterkant dat het aanleggen en langs de oever lopen praktisch onmogelijk
wordt, en soms zo zwaar uitgevoerd, dat ze landschappelijk onaanvaardbaar zijn.
De enkele Marrekrite ligplaatsen die intussen zijn aangelegd, maken het verlies
van al deze oevers voor de recreatie niet goed.".
Het provinciaal bestuur is niet attent op het belang van waterrecreatie en water
toeristen in deze streken, zo constateert spreker verder.
De genoemde negatieve ontwikkelingen zijn mede tot stand gekomen door het vergun
ningen- en subsidiebeleid van de provincie tot nu toe. Het voornemen om dat beleid
te wijzigen, zoals in het T.R.O.P. opgenomen, spreekt hem wel aan. Wel zou hij de
nadruk willen leggen op het behouden en versterken van de bestaande voorzieningen
als vaarroutes, aanlegplaatsen en wandelgebieden, hernieuwen van oude voorzieningen
en eventueel een uitbreiding met nieuwe voorzieningen zoals aangegeven in het basis-
recreatieplan, en het beschermen van het aanzien van het landschap. Het lijkt hem
goed dat mee te nemen in de reactie van het college.
Spreker is het over het algemeen wel met de reactie eens, maar het is een wat
summiere reactie waarin geen projecten genoemd zijn. Graag wil spreker ook in
de reactie hebben opgenomen dat men blij is met de aanpassing van het niet—recre—
atievriendelijke Streekplan, maar dat er met de aanpassing iets verder gegaan moet
worden. Er staan nog bepaalde passages in dat plan die lijnrecht staan tegenover
de belangen van de waterrecreatie in dit gebied en dat zou ook aangepast moeten
worden zoals b.v. ten aanzien van het Prinses Margrietkanaal en het gebied van
de Oude Venen.
Wat volgens spreker in de reactie ook tot uitdrukking gebracht zou moeten worden
is dat de provincie in haar vergunningen- en subsidiebeleid t.a.v. waterstaatkundige