11Voorstel tot vaststelling van een (vernieuwde) vrijstellingsver- ordening rundveehouderijen op grond van artikel 3 van de Hinderwet GEMEENTE BOORNSTERHEM Aan de gemeenteraad. Grouw, T september 198H. In uw vergadering van 20 maart jl. besloot u tot vaststelling van een vrijstellingsverordening rundveehouderijen op grond van artikel 3 van de Hinderwet Deze verordening behoefde, na Gedeputeerde Staten te hebben gehoord, de goedkeuring van de Kroon. Bij het ministerie van V.R.O.M. waren evenwel een aantal bezwaren die de goedkeuring in de weg stonden. Overleg met het ministerie en met de Regionale Inspectie heeft gere sulteerd tot de onderhavige concept-verordening. Verwacht mag worden dat wanneer de verordening aldus wordt vastgesteld, de Koninklijke goed keuring wel zal worden verkregen. De opzet van de verordening is dezelfde gebleven. Nieuw daarin zijn artikel 2, de "melding" en artikel 7 de "werkingsduur". Artikel 5 (was artikel 1+) inzake de overgangsbepalingen is helemaal herschreven. Bezwaren bestonden met name tegen de overgangsbepaling dat bestaande vergunningen van kracht bleven. Om deze problemen op te lossen is onder andere de meldingsplicht opgenomen (artikel 2), die tevens voor delen biedt wat betreft de controle. Het nieuwe artikel 7 zegt dat deze verordening na tien jaar vervalt. Deze bepaling is opgenomen, omdat een verordening voor een bepaalde tijdsduur gemakkelijker goedkeuring krijgt dan een "eeuwig durende" verordening. Dit laatste in verband met een op stapel staande Algemene Maatregel van bestuur die dezelfde materie zal gaan regelen. Voordeel van een gemeentelijke verordening is echter dat deze meer op de speci fieke gemeentelijke situatie toegespitst kan zijn dan een landelijke regeling. Verwacht wordt dat na 10 jaar het "technische gedeelte" van de verordening toch moet worden herzien. Andere wijzigingen zijn: - Artikel 1, de "begripsomschrijvingen". Hier is onder andere een betere aansluiting gezocht bij het HinderbesluitWat betreft de be strijdingsmiddelen is b0 kg verruimd tot UOO kg. Dit omdat minder dan UOO kg niet valt onder de "Bestrijdingsmiddelenwet" en derhalve eigenlijk vrij is gegeven. - Artikel 3voorkoming stank- en stofhinder (C1). De formulering in zake afwijking van de voorgeschreven afstanden was te vaag en kon geen genade vinden bij het ministerie. Vandaar de gewijzigde tekst.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1984 | | pagina 38