13. Voorstel tot het vaststellen van de verordening commissie beroep en bezwaarschriften. GEMEENTE BOARNSTERHIM Aan de gemeenteraad. Grouw, 8 februari 1985. Naar aanleiding van het besluit van uw raad van 21 februari 1984 tot vaststelling van de "Verordening regelende de samenstelling, taak en werkwijze van de commissie voor beroep- en bezwaarschriften", heeft het college van Gedeputeerde Staten van Friesland bij schrijven van 24 mei 1984 enkele inhoudelijke opmerkingen gemaakt, die ons aanleiding geven uw raad een voorstel tot wijziging van de verordening te doen en ter wille van de overzichtelijkheid een geheel nieuwe verordening vast te stellen. Voor wat betreft de opmerkingen van het college van Gedeputeerde Staten verwijzen wij in de eerste plaats naar genoemd schrijven. In de behandeling van deze opmerkingen zullen wij hieronder de volgorde in de brief van het college van Gedeputeerde Staten aan houden. De eerste opmerking betreft het zenden van een bericht van ontvangst van het ingediende beroep- of bezwaarschrift aan de indiener door de secretaris van de commissie. V/ij vinden dit eveneens een ver betering van de verordening. V/ij menen evenwel dat de secretaris van de commissie dit bericht van ontvangst dan namens het (gemeen telijk) orgaan, dat een beslissing op het beroep- of bezwaarschrift dient te geven, moet sturen omdat dit orgaan uiteindelijk de be slissing moet nemen en een bericht van ontvangst namens de commissie tot misverstanden aanleiding kan geven. In de tweede plaats wordt voorgesteld om ten aanzien van de openbaar heid van de stukken van de commissie te verwijzen naar de bepalingen van de Wet openbaarheid van bestuur. Wij hebben één en ander in de verordening verwerkt. Ten derde stelt het college van Gedeputeerde Staten voor om uit drukkelijk in de verordening op de te nemen, dat de belanghebbenden ter zitting van de commissie worden opgeroepen te verschijnen. Wij voelen evenwel niet voor een "verschijningsplicht", doch geven er de voorkeur aan een eventuele verschijning facultatief te stellen. Uit het bepaalde in artikel 9 van de verordening blijkt reeds dat de commissie belanghebbenden ter zitting dient uit te nodigen en dat houdt uiteraard in, dat plaats en tijd van de bijeenkomst in de uitnodiging wordt vermeld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1985 | | pagina 55