17. Voorstel tot vaststelling
verordening verstrekking alcohol
vrije drank.
GEMEENTE BOARNSTERHIM
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 8 februari 1985.
Met de inwerkingtreding van de Drank- en Horecawet per 1 november
1967 werd het verstrekken van alcoholvrije drank (hieronder wordt
verstaan drank, die bij een temperatuur van 15° C voor minder dan
lYz volumeprocent uit alcohol bestaat) ongeregeld gelaten, waarmee
het treffen van een regeling op dit terrein werd overgelaten aan
de organen van de provincie en de gemeente. De gemeente ontleent
haar bevoegdheid in deze aan artikel 168 van de Gemeentewet.
De voormalige gemeenten Idaarderadeel en Utingei^adeel hebben van
hun autonome bevoegdheid in deze gebruik gemaakt en verordeningen
vastgesteld, regelende de bedrijfsmatige verstrekking van alcoholvrije
drank voor gebruik ter plaatse (verordeningen, gedateerd respec
tievelijk 10 juni 1969 en 30 december 1968).
De motieven die aan de vaststelling van deze verordeningen ten
grondslag hebben gelegen waren:
1. middels het stellen van gedragseisen kan worden voorkomen dat
ongewenste figuren optreden als exploitant van inrichtingen,
waar alcoholvrije drank wordt verstrekt, waarbij met name kan
worden gedacht aan personen ten aanzien van wie een vergunning
is geweigerd of ingetrokken wegens slecht levensgedrag;
2. een verlofstelsel is het meest voor de hand liggende middel
om een compleet overzicht te krijgen van alle hiervoor genoemde
inrichtingen, hetgeen de controle op wetsovertredingen verge
makkelijkt
3. de ontwikkeling van koffiebars in geordende banen leiden en
een rechtsgrond scheppen voor ingrijpen in daartoe geëigende
gevallen.
Wij zijn van mening, dat de hiervoor genoemde motieven nog steeds
van dermate groot gewicht zijn, dat vaststelling van een nieuwe,
voor de gehele gemeente Boarnsterhim geldende verordening, op zijn
plaats is.
Temeer, daar voor het verstrekken van alcoholvrije drank in een
bepaalde inrichting -volgens het ontwerp van de verordening- door
de bedrijfsleider en de beheerder moet worden voldaan aan de
zogenaamde moraliteitseisen en de leeftijdseis.
Door deze vereisten ook te stellen ten aanzien van de bedrijfs
leider/beheerder van een bedrijf waar slechts alcoholvrije drank
voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt, vindt gelijkschakeling
plaats met de bedrijfsleider/beheerder van een openbare gelegenheid,
waar alcoholhoudende drank wordt verstrekt voor gebruik ter plaatse.