20. Voorstel tot het nemen van een
voorbereidingsbesluit op grond
van artikel 21 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening.
GEMEENTE BOARNSTERHIM
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 8 februari 1985.
In 1981 werd namens de commanditaire vennootschap "Strandweg Terhorne"
u.a. door architectenbureau Geels/Bokhorst B.V. verzocht om moge
lijkheden voor het oprichten van bergingen bij de recreatie/vakantie-
woningen op het complex "Louwer om'e tún" te Terhorne.
Het college van burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente
Utingeradeel heeft zich over dit verzoek laten adviseren door
de stedebouwkundige, omdat het vigerende bestemmingsplan Kern Terhorne
realisering in de weg staat. Het betreffende advies heeft geleid
tot het toezeggen van medewerking aan planologische inpassing van
de gevraagde bergingen tot de navolgende maxima: lengte 4,50 meter,
hoogte 2.40 meter, oppervlakte 8 m! De inpassing in het bestemmings
plan zou aan de hand van concrete bouwplannen ter hand worden genomen.
In uw vergadering van 21 februari 1984 heeft u onder nummer 14
besloten voor het complex "Louwer om'e tún" een voorbereidings
besluit te nemen op grond van artikel 21 van de Wet op de Ruimte
lijke Ordening.
Doel van dit besluit was de planolgische inpassing van de op te
richten bergingen mogelijk te maken. Echter, gedurende de geldigheids
duur van het voorbereidingsbesluit (1 jaar na vaststelling) is
het niet mogelijk gebleken alle aanvragen om bouwvergunning (van
de particuliere eigenaren van de vakantiewoningen) af te ronden
c.q. bij ons in te dienen.
Thans is bij ons een nieuwe aanvraag voor bergingen op dit complex
ingediend. Het ingediende bouwplan is in overeenstemming met de
bovenstaande maatvoering. In beginsel staat derhalve de weg open
van het volgen van een "artikel-19-procedure"
Bij het opstarten van een artikel-19-procedure moet echter rekening
gehouden worden met de geldigheidsduur van het voorbereidingsbesluit
(1 jaar na vaststelling) en wel in die zin, dat de procedure binnen
de geldigheidsduur kan zijn afgerond.
In het onderhavige geval, waarbij de geldigheid van het voorbe
reidingsbesluit op 20 februari 1985 afloopt, is het niet mogelijk
de artikel-19-procedure tijdig af te ronden. Dit probleem van formele
aard kan worden ondervangen door het nemen van een nieuw voorberei
dingsbesluit.
Gezien het vorenstaande stellen wij u voor het voorbereidingsbesluit,
zoals dit in ontwerp voor u bij de raadsstukken ter inzage is gelegd,
overeenkomstig vast te stellen.
Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim,
de secretaris, de burgemeester,
P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.