w 24. Voorstel tot het vaststellen van een parkeersexcessenver- ordening. GEMEENTE BOARNSTERHIM Aan de gemeenteraad. Grouw, 8 februari 1985. De parkeerexcessenverordening van de voormalige gemeente Idaar- deradeel is nog tot 1 januari 1986 van toepassing op het grond gebied van deze voormalige gemeente. Het hoofdmotief tot vaststelling van deze verordening is geweest het terugdringen van parkeeroverlast, met name veroorzaakt door bedrijfswagens. Wij hebben ons afgevraagd of deze verordening ook voor de gehele gemeente Boarnsterhim zou moeten gaan gelden en wij zijn tot de conclusie gekomen dat deze verordening een belangrijk instrument is om veelal tegenstrijdige belangen van bewoners en eigenaren van personen- zowel als vrachtauto's voor zover het betreft het parkeren, te reguleren. Daarmee is het hoofdmotief tot ons voorstel om de verordening vast te stellen gegeven. Voor de overige motieven verwijzen wij u naar het raadsvoorstel van 5 december 1980, tot vaststelling van een dergelijke verordening in de gemeente Idaar- deradeel, welk voorstel bij de ter inzage liggende stukken is gevoegd. Voor de nieuwe verordening is als basis genomen de verordening van Idaarderadeelmet een wijziging in de strafbedreiging als gevolg van de wetswijziging inzake het geldboetestelsel. De verordening kent een aantal verboden, al dan niet gepaard gaande met de mogelijkheid voor het college van burgemeester en wethouders ontheffing dan wel vergunning te velenen. Het betreft algemene verboden in de volgende gevallen: 1. het parkeren van meer dan drie voertuigen die toebehoren dan wel zijn toevertrouwd aan een ieder, die er zijn bedrijf of nevenbedrijf van maakt voertuigen te stallen, te herstellen, te verhuren of te verhandelen (artikel 2); 2. het langer dan veertien dagen parkeren van defecte voertuigen (artikel 5) 3. het bij daglicht parkeren van vrachtauto's op plaatsen die het uitzicht van bewoners van aangrenzende percelen belemmeren (artikel 6) 4. het parkeren van hinder of overlast veroorzakende voertuigen met stankverspreidende stoffen (artikel 7); 5. het parkeren op wegen van voertuigwrakken, dan wel op vanaf de weg zichtbare plaatsen (artikel 11); 6. het parkeren op wegen van voertuigen ten dienste van de recreatie, behoudens vergunning van burgemeester en wethouders (artikel 7. het parkeren van voertuigen in of op niet tot de weg behorende openbare beplantingen, plantsoenen, grasperken of groenstroken (artikel 12). 9);

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1985 | | pagina 78