31b. Voorstel tot vaststelling van
het bedrag, bedoeld in artikel
101, 8e lid van de Lageronder-
wijswet 1920 voor het jaar 1985
GEMEENTE BOARNSTERHIM
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 14 februari 1985.
Vóór 1 maart van ieder jaar dient door u het bedrag te worden vastge
steld, waarmee het ingevolge artikel 55 bis der Lageronderwijswet
1920 bepaalde bedrag per leerling voor exploitatievergoeding moet
worden verhoogd ter bestrijding van de administratiekosten voor
de bijzondere scholen voor gewoon lager onderwijs.
Dit bedrag mag niet lager zijn dan het bedrag, dat de Minister
van Onderwijs en Wetenschappen, de onderwijsraad gehoord, jaarlijks
hiervoor bepaalt. Genoemde bewindsman heeft dit bedrag voor 1985
voorlopig vastgesteld op 38,15 per leerling.
Het huidige bekostigingssysteem zal na 1 augustus 1985 met de in
werkingtreding van de Wet op het Basisonderwijs worden gewijzigd.
Derhalve dient 7/12 deel van 38,15 te worden genomen, ter bepaling
van de administratiekosten-vergoeding per leerling. Dit houdt in,
dat de vergoeding ter bestrijding van administratiekosten 7/12
deel van 38,15 22,25 voor de periode 1 januari 1985 - 31
juli 1985 bedraagt.
Wij stellen u dan ook voor het krachtens artikel 55 bis der Lager-
onderwijswet 1920 voor genoemd jaar bepaalde bedrag per leerling
te verhogen met 22,25 per leerling en daartoe te nemen een besluit,
waarvan het concept voor u bij de raadsstukken ter inzage ligt.
Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim,
de secretaris, de burgemeester,
P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.