- 7 -
Vervolgens wordt overgegaan tot stemming. Er wordt eerst gestemd over
het voorstel van het college om de sportzaal niet te verhuren.
Dat voorstel wordt verworpen met 3 stemmen voor en 13 stemmen tegen.
De tegenstemmen waren van de dames Aukes, Bloem, Watzema, S. en A. Zijlstra
en de heren Van der Baan, Bethlehem, Bouma, Damsma, Nieuwdam, Stallinga,
Terra en De Wolf.
Hierna wordt gestemd over het voorstel van de heer Bouma om de sportzaal
wel te verhuren tegen een tarief van 250,= en onder de voorwaarden
zoals reeds genoemd. Dit voorstel wordt aangenomen met 15 stemmen voor
en 1 stem tegen. De tegenstem was van de heer Poppen.
Punt 7: Het verbaast de heer De Wolf dat de Friese gemeentebesturen nogal positief
tegen het provinciale bestuur aankijken, zoals onlangs uit een onderzoek
gebleken is. Hij denkt dat daarbij waarschijnlijk niet gekeken is naar
zaken die verband houden met de ruimtelijke ordening.
Zaken die de provincie hoort te regelen zijn niet op tijd klaar zoals
de regio-indeling. Als het om zaken gaat die door de gemeenten worden
geregeld is de provincie zeer bemoeizuchtig. Aangaande het beleid in
het buitengebied trekt de provincie steeds meer bevoegdheden naar zich
toe. Het Streekplan heeft bijna de gedetailleerdheid van een bestemmings
plan. Volgens hem zijn bij het onderzoek de verkeerde vragen aan de
verkeerde personen gesteld. Een zichzelf respecterend bestuurder van
een bestuurskrachtige heringedeelde gemeente zou niet zoveel respect
hebben voor een provinciaal bestuur dat de grote lijnen niet in het oog
weet te houden.
De behandeling van de zaak Schuurmans hoort ook thuis bij de zaken die
geen bewondering kunnen wekken. Het gaat om de bouw van een woning met
agrarische bindingen op een plaats waar het geldende bestemmingsplan
de bouw van agrarische bedrijfsgebouwen met woning toestaat. In de aanvraag
staan geen bedrijfsgebouwen en daardoor was een verklaring van geen bezwaar
vereist. De raad vond dat die er moest komen, maar G.S. wezen dat af.
De raad besloot daarna in beroep te gaan, maar G.S. handhaafden de weige
ring. Daarbij wordt voor een groot deel aan de argumenten van de raad
voorbij gegaan en argumenten die hier niets mee te maken h'ebben of zelfs
fout zijn worden door G.S. aangehaald. Spreker ervaart dit dan ook als
een belediging voor de raad. Hij stelt daarom voor om bij de Kroon in
beroep te gaan, om er achter te komen of het gedetailleerd ingrijpen
van G.S. wel in overeenstemming is met de wet. Belanghebbende heeft echter
niets aan deze procedure.
Spreker heeft begrepen dat belanghebbende een nieuw plan heeft ingediend
dat in overeenstemming is met het bestemmingsplan. Hij vraagt aan het
college om er voor te zorgen dat de bouwvergunning dan zo snel mogelijk
verleend kan worden, omdat de betrokkenen nu al lang genoeg gewacht hebben.
De hear Damsma is it alhiel iens mei de hear De Wolf. Hy hat ek op de
harksit yn it provinsjehus west en it hat him wat ferbjustere dat der
gjin lid fan it kolleezje oanwêzich wie. Der wie wol in amtner fan romtlike
oardering oanwêzich. Sprekker fynt dat de motivearring dyt de ried út-
sprutsen hie net allinnich op dat terrein lei en dat der dêrom in lid
fan it kolleezje wêze moatten hie om dy motiven neier ta te ljochtsjen.
De hear Nieuwdam seit dat syn fraksje fynt dat troch in wizige oanfraach
dizze saak ôfdien is. Der hoecht gjin berop by de Kroan ynsteld te wurden
om11 dat allinnich mar juridysk splintersykjen is. Hy stipet wol it fersyk
fan de hear De Wolf om de nije oanfraach op sa koart mooglike termyn
óf te hanneljen. Fierder hat hy ek as tahearder by de harksit yn it
provinsjehûs west en hy fynt dat it mooglik wêze moat dat it kolleezje
in amtner opdracht jout in saak te behartigjen.