-3-
"De getalsverhoudingen tussen mannen en vrouwen bij de intrede
en bij de uittrede blijken gelijk te zijn. Er worden aan de wervings
wij ze relatief veel vrouwen toegelaten, maar daartegenover worden
aan de vertrekzijde relatief evenveel vrouwen afgestoten.
Het "gunstige" effect van de wervingszijde overheerste in 1980
en ook in 1981 en 1982 was er nog sprake van absolute groei.
De laatste jaren is het percentage vrouwen dat bij gemeenten werkt,
echter nauwelijks gestegen. De groei wordt veroorzaakt door de
toename van het aantal vrouwen in deeltijdbanen. Het aantal vrouwen
in voltijdbanen is gedaald en wel met een hoger percentage dan
bij de mannen (3,6% tegen 2%)".
Enkele gegevens over de instroom:
"- De leeftijdsopbouw van de instroom van mannelijk en vrouwelijk
personeel is voor alle grootte-klassen van gemeenten nagenoeg
gelijk:
jonger dan 25 - 37%
25 tot 35 - 38%
35 tot 45 - 14%
45 tot 55 - 5%
55 en ouder - 7%
- Van de vrouwelijke intreders is meer dan de helft jonger dan
25 jaar, bij de mannen is bijna een derde jonger dan 25 jaar,
45 van de intreders in administratieve functies is vrouw.
- Van de vrouwelijke intreders is slechts 3,5% afkomstig uit een
andere gemeente, van de mannelijke intreders is dit 13".
Enkele nadere gegevens over het aantal vrouwen bij de uitstroom:
"- Van de vrouwelijke vertrekkers is 33% jonger dan 25 jaar en
zelfs 70% jonger dan 35 jaar. Van de vertrekkende mannen is
slechts 37% jonder dan 25 jaar.
- Van de vertrekkers uit de administratieve functie's is 42% vrouw.
- Eén van de vijf vertrekkende vrouwen werkt korter dan een jaar
in de functie waaruit ze vertrekt, bij de mannen is dit ongeveer
één op de tien.
- Van de vertrekkende mannen gaat 18% naar een andere gemeente
en 51% naar een functie buiten de A.B.P.-sector.
Van de vertrekkende vrouwen gaat slechts 5% naar een andere
gemeente en 85% naar de functie buiten de A.B.P.-sector (velen
verlaten het arbeidsproces).
De onderzoekers komen de volgende slotsom.
"Over het geheel moet gezegd worden dat het in de afgelopen jaren
gevoerde emancipatiebeleid (vrouwen meer kansen geven deel te
nemen aan het arbeidsproces) bij gemeente nauwelijks effect heeft
gehad. Slechts een zeer lichte stijging van het relatieve aantal
bij gemeenten werkzame vrouwen is het gevolg.
Onze veronderstelling is, dat het percentage vrouwen dat bij gemeen
ten werkzaam is, wel eens kan gaan dalen als het absolute aantal
personeelsleden nog verder terugloopt, althans bij ongewijzigd
beleid.
Indien men wil bereiken dat er in de gemeentelijke dienst meer
vrouwen werkzaam zijn, dan zal men meer aandacht moeten schenken
aan het relatief hoge vertrek van vrouwen.