-2-
Op 1 januari 1984, waren de ontheffingen verlopen omdat, zoals
gememoreerd per 1 oktober 1983 aan burgemeester en wethouders de
bevoegdheid werd toegekend om over aanvragen om ontheffing te beslis
sen, zijn aanvragen om een nieuwe ontheffing aan onze beoordeling
onderworpen.
Bij de afwegingen die tot een beslissing moesten leiden werden,
wij geconfronteerd met de volgende feiten en omstandigheden.
- De ontheffing van de in het geding zijnde vaartuigen hebben een
tijdelijk karakter. De geldigheidsduur wordt beperkt tot het
moment waarop vervangende ligplaats aanwezig is, doch uiterlijk
tot 1 januari 1984.
- Met ingang van 1 oktober 1983 werd de oostzijde van de Boarn
aangewezen als artikel 6-over.
Dat wil zeggen dat de situatie ter plaatse zodanig als knelpunt
werd ervaren dat vooruitlopend op de nieuwe ligplaatsenverordening
het voor alle vaartuigen, ongedacht hun afmetingen, verboden
werd langer dan 3 dagen achtereen ligplaats in te nemen.
- Ontheffing van het verbod is mogelijk, maar het kan niet de bedoe
ling zijn dat zij algemeen wordt verleend. Van ontheffing kan
alleen sprake zijn in een uitzonderingsgeval. Als criterium voor
de ontheffing hebben wij gehanteerd de mogelijkheid om binnen
onze gemeente over vervangende ligplaats te beschikken.
- Er is binnen de gemeente voldoende vervangende ligplaats aanwezig.
- De raad van voormalig Idaarderadeel heeft in principe besloten
tot sanering van het buitengebied, terwijl ook de voormalige
gemeente Utingeradeel heeft ingestemd met het, interimbeleid Land
schapsverordening van Gedeputeerde Staten.
Aan de hand van deze punten hebben wij het ontheffingenbeleid vast
gesteld.
Duidelijk is dat consequent bestuur niet anders kan leiden dan
tot weigering van de gevraagde ontheffingen, voorzover althans
vervangende ligplaats binnen de gemeente aanwezig is.
Enkele mensen van wie de ontheffing is geweigerd hebben daartegen
bezwaar gemaakt.
Overeenkomstig de gebruikelijke procedure heeft de Commissie Beroep
en Bezwaarschriften de bezwaren in behandeling genomen. De commissie
vindt dat de gevraagde ontheffingen niet terecht zijn geweigerd.
Zij meent dat de grondslag waarop het beleid van het college is
gebaseerd niet deugt en adviseert ons ten aanzien van de oostoever
van de Boarn een nieuw beleid te ontwikkelen. Dit beleid zou moeten
uitmonden in de aanwijzing van de oostoever tot de opvaart als
ligoever op grond van de vastgestelde, maar nog niet inwerking
getreden ligplaatsenverordening. Het advies van de Commissie Beroep
en Bezwaarschriften ligt voor u bij de raadsstukken ter inzage.
Het advies van de commissie staat haaks op de resultante van het
door de drie samengevoegde gemeenten en de provincie overeengekomen
beleid. Het lijkt ons daarom goed het door ons gevoerde en voorgestane
beleid aan uw raad voor te leggen.
Wij stellen voorop dat Gedeputeerde Staten bevoegd zijn tot het
aanwijzen van artikel 6-oevers en de overdracht van bevoegdheid
om te beslissen over aanvragen om ontheffing.