- 5 -
Fierder binne de plakken oan de G.W.S.-stegers by it Stork-terrein
of by "Yn'e Lijte" foar sprekker wol goede alternative lisplakken.
Mevrouw Aukes zegt dat het bezit van steigers ook de zorg voor
het onderhoud meebrengt. Haar fractie heeft er al eerder op
aangedrongen om van de steigers een apart bedrijf te maken of
in ieder geval voor het onderhoud ervan te reserveren, zodat
er financiële middelen zouden zijn voor onderhoud of vervanging.
In de afdelingsvergadering van januari is heel summier gesproken
over het uitbreiden van passantenligplaatsen aan de hand van
een schets. Daar kwam het verdwijnen van de vaste ligplaatsen
helemaal niet bij ter sprake.
In de februari-vergadering kwam een zeer gedetailleerde brief
aan de orde die half januari al verzonden was in verband met
het aanvragen van subsidie, zodat aanpassingen niet meer mogelijk
waren
Aan die subsidie wordt de voorwaarde van uitbreiding van passanten
ligplaatsen verbonden en met een rapport uit 1981 toont het
college dan aan dat zo'n uitbreiding noodzakelijk is. Spreekster
vindt dit echter wel een heel vreemde manier om zo met de belangen
van de burger om te gaan.
In januari werd volgens haar al achter de schermen aan dit plan
gewerkt, terwijl de belanghebbenden pas in juni, en dan ook
nog via de pers, moeten vernemen wat er zal gebeuren.
Ook blijkt die voorlichting dan nog niet helemaal of helemaal
niet juist te zijn. Spreekster denkt dat dit een soort tactiek
is om op een gemakkelijke wijze van het gezeur van de burger
af te komen. Via krantenartikelen al wat wennen aan het idee
en dan nog een brief met huuropzegging. Dit heeft niets te maken
met het voeren van een hard beleid, dit is eerder onfatsoenlijk.
Verder blijkt dat er met de huurders ook gepraat kan worden
en de alternatieven die aangedragen worden zijn ook heel redelijk.
Spreekster vraagt zich af hoe het college denkt die alternatieven
nu nog in de plannen te verwerken, nu blijkt, dat er al een
besteksklaar plan is. Volgens haar heeft de raad nooit een krediet
beschikbaar gesteld voor zo'n plan. Er zijn nog zoveel vragen,
vooral over de ligplaatsen van de vaste huurders dat het spreek
ster beter lijkt dat het college met een duidelijker totaal
beleidsverhaal moet komen ten aanzien van vervangende en toe
komstige ligplaatsen voor de vaste huurders. Een totaal finan
cieel en technisch verhaal ontbreken hier totaal. Hoe kan een
raad beslissen als er geen duidelijker voorstellen komen?
De heer Stallinga wil in de eerste plaats namens zijn fractie
waardering uitspreken voor het feit dat het college zo'n belang
rijk susbidie heeft weten te verwerven voor zo'n belangrijke
zaak.
Alvorens op het voorstel in te gaan wil spreker nog enige duide
lijkheid over een aantal punten.
Uitgaande van het CI .M.K-rapport van 1981 blijkt dat in dat
jaar de bezettingsgraad van de passanten varieerde tussen 100
en 125% in ligplaatsen uitgedrukt: 70 en 88. In 1980 bleek het
tekort te zijn: minimaal 17 en maximaal 40. De conclusie lijkt
gerechtvaardigd dat in één jaar tijd het maximale tekort aan
passantenligplaatsen is teruggelopen van 40 naar 18.