-3-
Ook een niet meer jonge agrariër heeft recht op een zelfstandige,
agrarische bedrijfsvoering.
Zowel bij de behandeling van het door de heer Schuurmans ingediende
beroepschrift tegen het besluit tot het weigeren van de vergunning
voor het oprichten van een dienstwoning (19 juni 1984) als bij het
vaststellen van een voorbereidingsbesluit op grond van artikel
21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor het onderhavige perceel
(19 juni 1984) als bij het indienen van het bezwaarschrift op grond
van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen tegen
het niet-afgeven van verklaringen van geen bezwaar voor het bouwen
van een dienstwoning (19 februari 1985),heeft de raad duidelijk
laten blijken dat in het onderhavige geval vergunning dient te
worden verleend.
Het college van burgemeester en wethouders heeft desalniettemin
de gevraagde vergunning geweigerd.
De commissie betreurt dit in hoge mate, temeer daar het bestemmings
plan terzake geen weigeringsgronden bevat.
Ook betreurt zij het, dat de zaak onnodig is getraineerd.
De commissie is tot zover unaniem. De meerderheid adviseert uw
raad om het beroepschrift gegrond te verklaren en de vergunning
alsnog te verlenen. Eén lid vindt het bedrijf te klein en adviseert
het beroepschrift ongegrond te verklaren. De meerderheid verwacht
dat de ontwerp-vergunning bij de raadsstukken ter inzage zal liggen,
zodat deze de dag na de raadsvergadering kan worden uitgereikt.
Hoogachtend,
De commissie voor beroep
dfvsiscretarife
Copie: leden cie. b. en b.(5x); secr.cie. b. en b.; rovm; dgw.