- 19 - De hear Stallinga is it wol mei frou Aukes iens. Hy hat ek it gefoel dat dit in bytsje büten de ried om bedissele wurdt. En ek dat as hjir mei akkoart gien wurdt, dat de gemeente hjir al aardich fier yn sit. It liket him better ear't hjir in útspraak oer dien wurdt.dat earst fêstlein wurdt op hokker mêd de gemeente gearwurkje wol yn de Schoter- werven en op hokker mêd net. Hy hat no it idee dat de gemeente hân oer hân ynpalme wurdt en dat men straks gjinkantmear op kin. Me frou Bloem lit in oar lûd hearreNeffens har is der yn de ôfdieling oer dit útstel praat en hat men de gelegenheid hân mear ynformaasje te freegjen. Hja tinkt dat as de ütfiering fan de Wet op de lûdhinder de gemeente earnst is, dat der ek middels foar wêze moatte'. Dat kin troch de gearwurking mei oare gemeenten. Har fraksje kin der yn mei gean. It is in lichte foarm fan gearwurkjen dy't letter mear stal krije moat. Is men wol foar gearwurking dan sil dat dochs stal krije moatte. Har fraksje giet akkoart mei dit útstel. De hear Damsma seit dat by dit útstel de jildlike kant Qntbrekt. Hy hie graach de ferlykjende sifers sjoen tusken dizze mienskiplike tsjinst en in priveebedriuw. Hy fynt it dreech om op dizze wize in beslút hjiroer te nimmen. Hy freget oft der ek sifers bekend binne oer privatisearring fan de útfiering. Wethouder Poppen kan zich bij het horen vande vele vragen, wel voorstellen dat mevrouw Aukes denkt dat zij in een figurantenrol zit. Hij vraagt zich af wat de zin is van een afdelingsvergadering, waar toch over de technische kant van de zaken gesproken wordt. De zin van de samenwerking is dat de gemeenten door de Wet op de Geluid hinder verplicht worden maatregelen te treffen om bepaalde geluidsover last te verminderen of op te heffen, d.m.v. woningsanering of geluidsiso latie. De beschikbare gelden zullen over grotere gebieden verdeeld worden. Dat maakt het overzichtelijker, maar dat houdt wel een samenwerking van kleinere gemeenten in. Verder kan samenwerking tot kostenbesparing leiden, omdat niet iedere gemeente dezelfde apparatuur hoeft aan te schaffen. De grens is gesteld bij 100.000 inwoners en in het portefeuille- houdersoverleg is geconstateerd dat voor de gemeenten van de Schoterwerven een lichte vorm van samenwerking wel noodzakelijk was. De samenwerkingscon- structie zou zodanig gemaakt kunnen worden, dat gebruik gemaakt kan worden van de apparatuur die gemeente Heerenveen tot zijn beschikking heeft. Voor de samenwerking als zodanig is de minister bereid subsidie te verlenen met daarbij de voorwaarde dat die samenwerking na een jaar concreet gemaakt moet worden. Over de uitwerking daarvan moet nog ge sproken worden. Het is niet zo dat op dit gebied aan alle verlangens van de gemeente Heerenveen voldaan zal worden omdat die apparatuur heeft. Het moet een samenwerking worden waarbij de gemeenten hun bevoegdheden houden. Het is moeilijk te zeggen wanneer er maatregelen getroffen moeten worden. Wel zijn er een aantal plaatsen aan te wijzen waar maatregelen getroffen moeten worden, zoals aan de rijkswegen bij Deersum, bij Irnsum en bij Akkrum. Er wurdt dus een startsubsidie gegeven bij de uitspraak om tot samenwerking te komen. Gaat dat niet door dan moet die subsidie terugbetaald worden. Daarna kan er subsidie gevraagd worden voor elk project dat via de samenwerking wordt aangemeld. Mevrouw Aukes zegt dat de wethouder haar niet heeft kunnen overtuigen. Op een aantal vragen heeft zij geen duidelijk antwoord gekregen. Ook kleinere gemeenten kunnen subsidies krijgen, die via de provincie lopen. Op dat punt is spreekster er niet van overtuigd dat de gemeente in de samenwerking moet meedoen. Verder zal de apparatuur tot op zekere hoogte wel gratis ter beschikking gesteld kunnen worden, maar de mensen die die apparatuur moeten bedienen, niet.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1985 | | pagina 49