- 2 - b. Het openbare orde motief kan alleen worden gebruikt als er uit een oogpunt van de openbare orde bezwaren bestaan tegen ver lening van de vergunning. Het behoefte-criterium kan dan ook niet onder de openbare orde worden gebracht. c. Wel kan als een belang van openbare orde worden beschouwd dat niet een onbeperkt aantal vergunningen wordt verleend. Het ge meentebestuur kan een beleid voeren dat erop neerkomt dat het aantal te verlenen standplaats- en ventvergunningen aan een maximum wordt gebonden (maximumstelsel) en waarbij bij de ver deling van het aantal vergunningen rekening wordt gehouden met het behoefte-element. d. In de kleinere kernen kan dan ook nog rekening worden gehouden met het aantal reeds aanwezige winkels waar hetzelfde aanbod aan artikelen aanwezig is en dan ingekaderd in de beoordeling met het openbare-orde motief tesamen met het behoefte-element. Een conclusie kan dan namelijk zijn dat met het verlenen van een vergunning een redelijk verzorgingsniveau van de consument ter plaatse gevaar loopt, namelijk in die gevallen waarin de aanwezige winkels onder de dreigende concurrentie zullen be zwijken. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten geeft nog als aanbeveling beleidslijnen schriftelijk vast te leggen en te publiceren. Voorts dient de Algemene Politieverordening te worden gewijzigd teneinde bovengenoemde toetsingscriteria ook daadwerkelijk te kunnen toepassen. Het gemeentebestuur kan dus een beleid voeren, bijvoorbeeld vast gelegd in een beleidsnotitie, inzake het aantal uit te geven stand plaats- en ventvergunningen, gedifferentieerd naar branche, even tueel met aanwijzing van vast tijdstip, plaats van situering en dergelijke. Dit is ook in het belang van de rechtszekerheid en waarborgt dat vergelijkbare verzoeken om dezelfde reden worden afgedaan. Privaatrechtelijke dan wel publiekrechtelijke uitgifte. Het afgeven van standplaats- en ventvergunningen op basis van de Algemene Politieverordening is beleid voeren langs publiekrechte lijke weg. Als eigenaar van de grond, waarop een standplaats kan worden ingenomen (dat geldt dus niet voor venten, omdat in dat geval geen standplaats wordt ingenomen in jurische zin) kan een gemeente ook als privaatrechtelijk rechtspersoon optreden. Als eigenaar van de grond is de vrijheid om al dan niet toestemming te geven tot het in gebruik nemen van die grond aanmerkelijk groter, met name wanneer die grond voor langere tijd aan zijn bestemming wordt onttrokken. Ook hier zijn evenwel grenzen aan datgene wat een gemeentebestuur vermag te doen. In de jurisprudentie heeft zich een geval voorgedaan waarbij de gemeente toestemming gaf op grond van de Algemene Politieverordening een standplaats in te nemen op een parkeerterrein omdat er geen motieven, ontleent aan de openbare orde, aanwezig waren om de ver gunning te weigeren. Vervolgens nam de gemeente het besluit dat niet zou worden toege staan een standplaats in te nemen op "haar" grond, dus op dat par keerterrein. Dat vond geen genade in de ogen van de voorzitter van de Afdeling Rechspraak van de Raad van State.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1985 | | pagina 76