- 3 -
Deze stelde dat op een parkeerterrein een ieder mag parkeren, ook
een handelaar met zijn verkoopwagen. Omdat de gemeente de handelaar
niet kon beletten zijn verkoopwagen te parkeren op het daartoe
bestemde parkeerterrein, behoeft ook geen toestemming meer te worden
verleend tot ingebruikname van een stukje gemeentegrond. Wat over
bleef was beoordeling in het belang van de openbare orde op grond
van de Algemene Politieverordening. Nu daaraan geen gronden tot
weigering konden worden ontleend, dient een vergunning te worden
verleend.
Geconcludeerd kan worden dat buiten de hierboven aangegeven bij
zondere bestemming, die reeds aan gemeentegrond is gegeven, er
een vrij grote vrijheid voor de gemeentebesturen bestaat op grond
van het privaatrecht om gemeentegrond in gebruik te geven.
Huidig vergunningenbeleid.
Al in juni 1982 stelde het college van burgemeester en wethouders
van de voormalige gemeente Idaarderadeel een beleidsnotitie vast.
Ook hierin werd een maximum-stelsel voorgesteld. Deze notitie is
in de afgelopen drie jaar leidraad geweest bij de verlening van
vergunningen. In de loop van deze periode is het volgende onder
scheid tussen de verschillende soorten vergunningen ontstaan.
Onder venten kan worden verstaan de vorm van straathandel anders
dan op een vaste standplaats, waarbij uitsluitend of mede aan wille
keurige gegadigden waren en goederen worden tentoongesteld, verkocht
of te koop aangeboden.
Bij het venten onderscheiden we twee soorten vergunningen, namelijk:
1. langlopende: een vergunning geldig voor één jaar om gedurende
één of meerdere, nader door burgemeester en wethouders aan te
wijzen dagen of gedeelten van die dagen per week;
2. incidentele: een vergunning, geldig voor één dag of gedeelte
van die dag.
Daarnaast zijn er een drietal soorten standplaatsvergunningen,
te weten:
1. permanent: standplaats wordt tenminste éénmaal per week ingenomen,
doch toestemming is verleend voor de gehele week met inacht
neming van de bepalingen van de Winkelsluitingswet voor zover
van toepassing op de aard van de verkoopinrichting;
2. vast: het maximaal eens per week op een nader door burgemeester
en wethouders te bepalen dag of gedeelte van die dag innemen
van een plaats;
3. tijdelijk: een standplaats in de gemeente gedurende één dag
of gedeelte van die dag.
Op 8 mei 1984 hebben wij besloten alle ventvergunningen te verlenen.
Voor wat betreft standplaatsen is gekozen voor het systeem van
uitgifte voor één jaar (het jaar 1985). Voor 1986 dient een nieuw
beleid te worden ontwikkeld.
Daarbij dient een bevredigend antwoord te worden gegeven op drie
vragen
1. De duur van de vergunningen in verband met de investeringskosten.
2. Het aantal te verlenen vergunningen in verband met concurrentie
verhoudingen.
3. De vast te stellen vergoedingen en de toewijzing van vergunningen
bij meerdere aanvragers.