4 - Nieuw beleid. Gelet op de grenzen die de jurisprudentie trekt en de antwoorden die op de hierboven aangegeven vragen moeten worden gegeven, zal in de eerste plaats de Algemene Politieverordening dienen te worden aangepast Die aanpassing is nodig om de toetsingscriteria, waaraan aanvragen moeten worden getoetst, uit te breiden teneinde een meer gedif ferentieerd beleid te kunnen voeren. Bovendien moet het worden mogelijk gemaakt dat ons college nadere uitvoeringsrichtlijnen kan geven. Een concept-voorstel tot wijziging van genoemde verordening is bijgevoegd. Voorts is een ontwerp-regeling gemaakt, vast te stellen door ons college, die, tesamen met de bepalingen van de A.P.V., de juri dische basis vormt voor het te voeren beleid. Deze regeling ligt ter inzage. Dan nu eerst de beleidsuitgangspunten. Ingebruikgeving gemeentegrond ten behoeve van standplaatsen in Boarnsterhim De regeling maakt onderscheid in een drietal soorten standplaats vergunningen. De redactie van "vaste standplaatsen" houdt in dat deze plaats tenminste éénmaal per week wordt ingenomen, doch dat toestemming is verleend voor de hele week, met inachtneming van de bepalingen van de Winkelsluitingswet (artikel 7). Daarmee kan toch bijna worden gesproken van "permanente" standplaatsen, wanneer er althans van wordt uitgegaan dat vaste standplaatsen betekent het eens per week innemen van een standplaats op een vast punt. Gelet op het permanente karakter van deze standplaatsen, waardoor een alternatief gebruik van deze gemeentegronden eigenlijk niet meer mogelijk is, is de figuur van de privaatrechtelijke toestemming het meest aangewezen om het gebruik van deze grond te regelen. Voorgesteld wordt daarom de "permanente standplaatsen", zoals om schreven in artikel 1 van de regeling, langs de privaatrechtelijke weg uit te geven. De uitgifte kan bij inschrijving plaatsvinden, waarbij gegund wordt aan de hoogste inschrijver. Omdat het standplaatsen betreft met een permanent karakter kunnen problemen ontstaan wanneer slechts toestemming wordt verleend voor de tijd van één jaar en er relatief forse investeringen moeten worden gedaan. Dat speelt met name wanneer de te plaatsen inrichting eveneens een meer permanent karakter draagt, zodanig dat de inrichting blijft staan op dezelfde plaats gedurende het gehele jaar en niet gericht is op mobiliteit, bijvoorbeeld gebruik van de inrichting op andere plaatsen gedurende het jaar waarvoor de vergunning is verleend. In deze gevallen zijn er goede redenen om de vergunningverlening voor meerdere jaren toe te passen. Gedacht wordt daarbij aan 3 jaar. Vooraf dient evenwel de vraag te worden gesteld of het op de standplaatsen met een permanent karakter toegestaan is een meer permanente inrichting te plaatsen. Een voorwaarde kan ook zijn dat slechts toestemming wordt gegeven voor het plaatsen van een mobiele inrichting. Los van de soort inrichting die wordt geplaatst speelt nog het probleem van de electriciteitsvoorziening ter plaatse.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1985 | | pagina 78