- 2 -
1. Het bezwaarschrift is gedateerd 10 juli 1985 en ingekomen op
12 juli 1985, nader gemotiveerd bij brief van 15 juli 1985,
ingekomen op 19 juli 1985.
Ingevolge artikel 13 van de Wet administratieve rechtspraak
overheidsbeschikkingen moet het bezwaarschrift worden ingediend
binnen dertig dagen na de dag, waarop de beschikking is gegeven.
Het bezwaarschrift is dus binnen de voorgeschreven termijn
ingediend.
2. Onderdeel a van het besluit is gericht op het doen uitvoeren
van feitelijke werkzaamheden, welke resulteren in een wijziging
van de feitelijke situatie.
Dit onderdeel van het besluit is naar de mening van de commissie
dan ook niet gericht op enig rechtsgevolg. In casu zal een
zodanig gevolg eerst ontstaan indien besluiten worden genomen
tot het plaatsen van verkeersborden, waartegen dan een afzonder
lijke rechtsgang openstaat.
Onderdeel b van het besluit kan eerst worden geëfectueerd nadat
Gedeputeerde Staten de betreffende begrotingswijziging hebben
goedgekeurd. Alleen al om die reden kan niet worden gesproken
van een beschikking omdat het rechtsgevolg ontbreekt.
Onderdeel c is afhankelijk van de bijdrage van rijk en provincie
en die zijn nog niet bekend. Daarom is evenmin bekend welk
bedrag ten laste van het fonds openbare werken zal komen. Zolang
dit niet bekend is, kan alleen al om die reden niet worden
gesproken van een beschikking die een rechtsgevolg heeft.
Onderdeel d betreft een verzoek aan Gedeputeerde Staten tot
het treffen van verkeersmaatregelen.
Tegen zodanige besluiten staat ingevolge het Reglement verkeers
regels en verkeerstekens beroep open op de Kroon. De Wet admini
stratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen is dan ook niet
van toepassing.
3. Gezien het gestelde onder 2, adviseert de commissie uw raad
om het bezwaarschrift niet-ontvankelijk te verklaren.
De commissie voor beroep- en bezwaarschr
fiaXBeSretariiss
(ÏT~N i euwdam)