w
8. Voorstel tot wijziging van de
subsidieverordening dorpsvernieu
wing.
GEMEENTE BOARNSTERHIM
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 6 december 1985
Op 18 december 1984 heeft uw raad op basis van artikel 41 van de
Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing de Subsidieverordening Dorpsver
nieuwing Boornsterhem vastgesteld. Hoewel zoveel mogelijk werd
aangesloten bij de toen in het recente verleden in werking zijnde
regelingen heeft de praktijk aangetoond dat de verordening enige
wijzigingen behoeft. Hieronder zullen wij kort de inhoud van de
in het voor u bij de raadsstukken ter inzage liggende ontwerp-besluit
vermelde wijzigingen ingaan.
De naam van de verordening dient naar onze mening te worden gewijzigd
in "Subsidieverordening Dorpsvernieuwing Boarnsterhim" Op 18 december
1984 heette onze gemeente officieel nog "Boornsterhem". Deze wijziging
behoeft naar ons oordeel geen toelichting.
De wijziging van artikel 1.6. lid 3 houdt een toevoeging in van
de mogelijkheid tot het overhevelen van subsidieaanvragen naar
het volgende begrotingsjaar. Het thans geldende artikel kent die
mogelijkheid niet maar kent alleen een weigering wanneer het geld
op is. Het jaar daarop zou opnieuw subsidie moeten worden aangevraagd.
Dit achten wij een te star regiem.
Artikel 2.3. lid a noemt als datum 1 januari 1945. Indien voor
die datum de woning voor bewoning gereed is gekomen kan subsidie
worden toegekend. Wij achten het zinvol niet een datum aan te houden
maar een tijdsbestek van 40 jaar zodat door de wijziging in 1986
woningen voor 1946, in 1987 woningen voor 1947 etc. voor bewoning
gereed moeten zijn gekomen voordat subsidie kan worden verleend.
Een belangrijke inhoudelijke wijziging die wordt voorgesteld betreft
het artikel 2.5. lid 1 sub b, sub d en artikel 2.7. lid 1.
Uitgangspunt van de verordening (ook van de in het verleden geldende
regelingen) is dat de taak van een overheid niet zover strekt dat
voorzieningen die uitgaan boven datgeen dat gemiddeld als aanvaardbaar
moet worden geacht voor subsidie in aanmerking komen. Doel is de
kwaliteit van het wonen te verbeteren waarbij gestreefd wordt naar
soberheid en '"doelmatigheid tot het niveau afgeleid van voorzieningen
bij het stichten van woningwetwoningen. Dit betekent in de praktijk
dat iemand die fors kan en wil investeren in een woning (dure keuken,
luxe badkamer etc.) in beginsel niet voor subsidie in aanmerking
komt omdat subsidie van een dergelijke investering niet het doel
is van de verordening.