9. Voorstel tot het vaststellen
van een regeling beloning bezwaren
de omstandigheden.
GEMEENTE BOARNSTERHIM
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 10 januari 1986.
In de voormalige gemeenten Rauwerderhem en Utingeradeel werd in
voorkomende gevallen een zogenaamde vuil-werk-toeslag betaald van
respectievelijk 1,50 per keer en 2,50 per dag.
In de voormalige gemeente Idaarderadeel waren de bezwaren omstandighe
den, waaronder gerekend onregelmatige werktijden, meegenomen in
de functiewaardering.
Bij de functiewaardering Boarnsterhim zijn deze omstandigheden
buiten beschouwing gelaten, omdat zij niet tot het eigenlijke taken
pakket van de functie behoren.
Bij het werken onder bezwarende omstandigheden zijn veelal de volgende
gezichtspunten min of meer van toepassing:
- dynamische en statische spierbelasting;
- oplettendheid;
- werksfeer (vuil, afkeer, weer, temperatuur, geluidsoverlast,
trillingen, hinderlijke beschermingsmiddelen);
- persoonlijk risico.
Tot de bezwarende omstandigheden kan in dit verband ook worden
gerekend het werken op onregelmatige tijden.
De omstandigheden hebben dus duidelijk met de aard van de functie
te maken.
Op het merendeel van de functies bij de buitendienst gemeentewerken
kunnen de bezwarende omstandigheden zichtbaar worden gemaakt. Een
groot aantal van deze functies is ingedeeld in niveau 3.
Om het toekomstperspectief van ambtenaren in die functies te vergroten
zal er naar worden gestreefd, waar mogelijk, uitwisselbaarheid
op de werkplek te bewerkstelligen. Door opleiding zijn er mogelijk
heden om tot werkstructurering te komen.
Werkstructurering biedt een aantal positieve elementen: verdere
ontplooiing van de werknemer, grotere inzetbaarheid, waardoor variatie
in taken en dus prettiger werken.
De commissie voor het georganiseerd overleg heeft zich met de concept
regeling accoord verklaard.
Wij stellen u dan ook voor te besluiten overeenkomstig deze concept
regeling, welke voor u bij de stukken ter inzage ligt.
Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim,
de secretaris, de burgemeester,
P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.