2. Voorstel tot het benoemen van een wethouder. GEMEENTE BOARNSTERHIM Aan de gemeenteraad. Grouw, 10 januari 1986. In uw vergadering van 6 januari jongstleden hebt u uit uw midden mevrouw A.I. Bloem tot wethouder benoemd. Gebleken is dat dit besluit is genomen in strijd met het bepaalde in artikel 90, tweede lid, van de Gemeentewet. De gemeenteraad kan pas tot benoeming van een of meer wethouders overgaan nadat de vacature(s) van raadslid (raadsleden) is (zijn) vervuld, in dit geval nadat de opvolger van het afgetreden raadslid tot de raad is toegelaten. Wij waren aanvankelijk in de veronderstelling, dat zulks na het onderzoeken der geloofdbrieven van het raadslid Ter Schegget het geval was, doch naderhand is gebleken dat als tijdstip van toelating moet worden beschouwd het tijdstip waarop het gekozen raadslid zijn betrekking kan aanvaarden, dat wil zeggen de datum, waarop het toelatingsbesluit niet meer kan worden aangetast. Het toelatings besluit opzich is dus onvoldoende. Nu uw besluit van 6 januari jongstleden hiermede niet instand kan blijven stellen wij u voor dit in te trekken en een nieuw besluit te nemen. In afwachting hiervan is de uitvoering van uw besluit van 6 januari jongstleden door ons opgeschort. Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim, de secretaris, de burgemeester, P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1986 | | pagina 4