4— Model 2 vergt gedurende de eerste vijf jaar een uitbreiding bij gemeentewerken van twee mensen terwijl na die vijf jaar 0,86 mens jaar structureel ter beschikking moet blijven (thans 0,1 mensjaar structu reel aanwezig). Bij model 3 zakt na verloop van plm. 10 jaar de benodigde capaciteit voor de afdeling ROVM naar 0,4 mensjaar (thans 0,75 mensjaar structu reel aanwezig) en stijgt de benodigde capaciteit voor de afdeling gemeentewerken naar 0,86 mensjaar. Zoals reeds in het begin van dit voorstel staat vermeld schenkt het rapport geen aandacht aan de financiële consequenties van het te kiezen uitvoeringsmodel. Wij hebben dit element bewust buiten de opdracht gehouden omdat financiële consequenties door de gemeente zelf laxeerbaar zijn en pas op het moment van de te nemen keuze op hun waarde kunnen worden geschat. Gezien de financieel niet rooskleurige toestand van de gemeente hebben wij ons in zijn algemeen heid op het standpunt gesteld dat het goed uitvoeren van wettelijke voorschriften geen extra druk op de gemeentekas mag leggen. Wij zijn van mening dat het wegwerken van achterstanden door automatise ring ^fen een interne reorganisatie van de werkzaamheden en/of organisatie grotendeels kan worden gerealiseerd zonder dat dit structureel tot een verwaarlozing van onze wettelijke plichten behoeft te leiden. Gezien de feitelijke situatie ten aanzien van het uitvoeren van de Hinderwet (achterstanden) zal bij de reorganisatie en automatise ring van de werkzaamheden genoemde uitvoering prioriteit hebben. Wij hebben ons op het standpunt gesteld het HUP om bovengenoemde redenen conform uitvoeringsmodel 1 uit te voeren. Aan de eerder in dit voorstel genoemde aspecten "leges" en "sancties" is aandacht besteed in een korte notitie die bij de raadsstukken voor u ter inzage ligt. Deze notitie wordt geacht deel uit te maken van het rapport. Resumerend stellen wij u voor: I. het hinderwetuitvoeringsprogramma conform het voor u bij de raadsstukken ter inzage liggende exemplaar vast te stellen; II. het uitvoeringsprogramma conform het hierboven genoemde en in genoemd rapport nader uitgewerkte uitvoeringsmodel 1 uit te voeren. Een hiertoe strekkend ontwerp-besluit ligt voor u bij de raadsstukken ter inzage. Burgemeester en wethouders der gemeente Boarnsterhim, de secretaris, de burgemeester, P.H. Starreveld. B.G. Holtrop.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1986 | | pagina 51