in het afgelopen jaar verscheen. Hierin is het bestuurlijk en maatschap
pelijk leven per dorp overzichtelijk weergegeven.
Naast deze drie vormen van versterking van de gemeentelijke band wil
ik hier ook noemen de opening van het nieuwe gemeentekantoor op 13 juni
1985 door de Commissaris der Koningin. Daarmee is thans feitelijk het
hele bestuurlijk en ambtelijk apparaat van de gemeente in één gebouw
geconcentreerd en ik meen dat zulks de werking naar binnen en naar buiten
toe ten goede komt.
De ambtelijke organisatie is dit jaar ook verder gegaan op de weg van
aanpassing en integratie door het instellen van twee medezeggenschaps
commissies en het afronden van de bezwarenprocedure rond de functiewaar
dering. Daarnaast is de automatisering op het gemeentekantoor inmiddels
een eind gevorderd en zal op korte termijn voor bepaalde onderdelen opera
tioneel zijn.
Voor u als raadsleden zal dit ertoe bijdragen dat u een beter inzicht
kriigt in het bestuurlijk functioneren. En dat is nodig voor uw functie
als hoofd van de gemeente. Uw functie is die van het aangeven van de
grote lijnen en het controleren van de uitvoering daarvan. Voor de uit
oefening van die taak maakt u in bepaalde gevallen gebruik van commissies
bestaande uit belangstellende en deskundige inwoners van de gemeente.
Het gebruik maken van buiten de raad aanwezige deskundigheid vergroot
naar mijn mening de kwaliteit en slagvaardigheid van het gemeentelijk
bestuur. De bereidheid van commissieleden een belangrijk deel van hun
tijd en kennis in te zetten voor emancipatievraagstukken, de sport, het
welzijn, de bibliotheek, het beheer van de sporthal om een paar terreinen
te noemen verdient dan ook veel waardering.
Daarnaast zijn er andere hulpmiddelen om uw functioneren als raad beter
tot zijn recht te laten komen. Daartoe kan m.i. ook behoren het overleg
met de burger. Ons democratisch systeem is niet zo verfijnd dat een raads
lid vier jaar lang altijd precies weet wat de kiezer wil en evenzeer
kunnen er dingen gebeuren die niet voorzien zijn of zelfs kunnen opvat
tingen in de loop van de tijd veranderen. Maar wanneer wij wel een volks
petitionnement steunen tegen kernbewapening maar geen referendum wensen
over de naamgeving van onze dorpen met de motivering dat zulks niet past
in de gemeentelijke democratie dan is dat uiteraard uw keuze maar wel
één die de burger niet begrijpt en die zijn betrokkenheid bij het raads-
gebeuren eerder verkleint dan vergroot. En daarmee \rerkleint u het draagvlak
in maatschappelijk opzicht voor uw bestuurlijk handelen. Ik denk dat
het goed is u te realiseren dat buiten deze raadszaal nog âl eens anders
wordt gedacht. Hoe dit alles zij, het komende jaar hoopt het college
met een program van invoering te komen want dat brengt uw beslissing
uiteraard mee. Bovendien hopen wij dit jaar u een ontwerp te kunnen aan
bieden van een taaibeleidsplan. Het college acht het een goede zaak dat
een standpunt wordt ingenomen op welke wijze het Fries in ons gemeentelijk
bestel het best tot zijn recht kan komen.
Hierboven signaleerde ik dat opvattingen zich kunnen wijzigen. Een sprekend
voorbeeld daarvan is de regiokeuze. Koos uw raad in 1984 nagenoeg unaniem
voor aansluiting bij de regio Schoterwervenanderhalf jaar later werd
alsnog voorkeur uitgesproken voor de regio Friesland—Noord. Het lijkt
mij toe dat het bij het intergemeentelijk functioneren van groot belang
is dat alle partners van goede wil zijn en vertrouwen in elkaar hebben.
Waar dat ontbreekt, daar valt tevens de basis voor samenwerking weg.
In dat opzicht is uw keuze om uit de regio Schoterwerven te treden logisch,
zoals het evenzeer logisch is dat aamsluiting wordt gezocht bij de regio
waar het grootste deel vam de gemeente op is georiënteerd. Ook Provinciale
Staten hebben deze keus gesteund. Ik meen dat het draagvlak van de nieuwe
regio groot genoeg is voor een afdoende behartiging van de intergemeente
lijke taken en de op ons af komende regionalisering van rijkstaken. Ik
ga er daarbij vanuit dat Leeuwamden als centrumgemeente oog zal hebben