4. Voorstel tot het voeren van
een rechtsgeding.
GEMEENTE BOARNSTERHIM
Aan de gemeenteraad
Grouw, 7 februari 1986
In april 1984 heeft een in Grouw wonende architect ons verzocht
om optie op een bouwkavel in het plan De Boeijer te Grouw, teneinde
op bedoelde kavel een woonhuis met praktijkruimte te realiseren.
Op verzoek van genoemde architect is de optietermijn een aantal
malen verlengd. Na voor de derde maal de optietermijn verlengd
te hebben, heeft genoemde architect ons in februari 1985 verzocht
hem bedoelde kavel tegen een gereduceerde prijs te verkopen.
Tevens wenste hij een aangrenzende groenstrook aan te kopen alsmede
de helft (in de lengte-richting) van de aangrenzende sloot.
Verkoop tegen een gereduceerde prijs was in verband met de daarvoor
te verkrijgen goedkeuring slechts mogelijk door een combinatie
van twee factoren te weten:
a. vooruit te lopen op de op dat moment nog door uw raad vast te
stellen exploitatieopzet die voor bedoelde kavel een lager bedrag
te zien zou geven;
b. de juridische levering later dan de feitelijke levering te laten
plaatsvinden, zodat de architect rentevoordeel zou genieten.
Wij hebben teneinde de architect ter wille- te zijn als bovenstaand
gehandeld=Ién hem de grond ter beschikking gesteld, zodat hij de
bouwkavel reeds met een woonhuis met praktijkruimte kon bebouwen.
Bovendien hebben wij hem toegestaan op de grond naast de bouwkavel
een noodwoning op te richten, zodat hij zijn eigen woning7 kon verkopen.
De datum van de juridische levering werd gesteld op 15 december
1985.
Deze datum is gekozen (in overleg met de architect) omdat wij ver
wachtten dat op die datum de exploitatieopzet door uw raad zou
zijn vastgesteld. Begin december 1985 bleek dat bedoelde vaststelling
eerst op 21 januari 1986 zou plaatsvinden. Met bedoelde architect
is overlegd en overeengekomen dat de juridische levering pas eind
januari 1986 zou plaatsvinden.
De architect kon zich daarmee verenigen, te meer omdat daaruit
voor hem rentevoordelen voortvloeiden.
Begin januari 1986 is deze overeenstemming nogmaals mondeling beves
tigd.
Wij waren dan ook onaangenaam verrast toen bij ons op 21 januari
1986 een brief inkwam van de advocaat van de architect inhoudende
een ingebrekestelling alsmede het opeisen van de in het voorlopig
koopcontract vermelde boete (10% van de koopsom bij vervaldatum
15 december 1985) en het opeisen van schade, totaal ongeveer
13.000, 7