3. Het bezwaar bestaat, dat een deeltijdwerk(st)er minder invloed kan uitoefenen op het werk en de werkomstandigheden (bijvoorbeeld middels werkoverleg, medezeggenschapscommissies e.d.). Doordat deeltijders minder aanwezig zijn, is het moeilijker werkoverleg te organiseren. 4. De doorstroommogelijkheden voor deeltijders zijn minder, zolang deeltijdarbeid nog niet uitgebreid ingang heeft gevonden. Daaren tegen zou het omzetten van een groot aantal functies in deeltijd tot gevolg kunnen hebben, dat de doorstroommogelijkheden van medewerk(st)ers die niet in deeltijd willen of kunnen werken, kleiner worden. Dit geldt algemeen, derhalve ook voor het onderwijs. 5. Een zekere wrijving tussen volletijders en deeltijders die niet hoeven of willen werken op impopulaire werktijden, is mogelijk. 6. Bij deeltijdarbeid worden hoge eisen gesteld aan de wijze van leidinggeven. De regeling van de communicatie coördinatie planning - verantwoordelijkheidsstelling - beschikbaarheid en werkverdeling vragen bij deeltijdarbeid extra aandacht en creativiteit. De voor- en nadelen van deeltijdarbeid kunnen derhalve per situatie verschillen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1986 | | pagina 77