- 10 -
Voorgesteld wordt ook deeltijdwerkers voor een overwerkvergoeding
in aanmerking te doen komen, indien het werkzaamheden betreft
op werktijden waarop eveneens een full-timer aanspraak zou
kunnen maken op een dergelijke vergoeding (buiten de "normale"
werktijden, bijvoorbeeld in de avonduren).
Overwerk zal door deeltijdfunctionarissen slechts bij uitzondering
verricht mogen worden, evenals door fulltimers.
e. Vakantie en verlof.
De deeltijdfunctionaris heeft naar evenredigheid recht op vakantie.
Werkt men bijvoorbeeld 24 uur, dan heeft men recht op 24/38
van het aantal vakantiedagen, waarop men recht zou hebben als
de functie in volle tijd wordt uitgeoefend.
Ook de volgende vakantie- en verlofdagen worden aan de deeltijders
naar evenredigheid toegekend:
- extra vakantiedagen ten gunste van het verrichten van onregelma
tige diensten;
- compensatie voor werk op feestdagen;
- verlof voor met name aangeduide aangelegenheden als verhuizing
en huwelijk, etc.;
- verlof voor vakbondsactiviteiten.
Voor wat betreft het recht op het aantal feestdagen per jaar
is geen aparte regeling noodzakelijk.
Werkt men als deeltijder op vaste dagen, dan blijkt in de praktijk,
dat de feestdagen afwisselend op werkdagen dan wel op vrije
dagen vallen, zodat gemiddeld genomen noch de werkgever, noch
de werknemer eenzijdig benadeeld wordt.
fVariabele werktijden.
Op de deeltijdfunctionaris zullen zij in beginsel van toepassing
zijn, mits de overeengekomen werkuren en de organisatie dat
mogelijk maken (zie ook punt b).
g. Ziektekostenverzekering
Voor het personeel geldt de volgende regeling:
- een medewerk(st)er die 20 uur of meer per week werkt, is
verplicht tot deelname aan de IZA-regeling;
- wordt minder dan 20 uur gewerktdan valt betrokkene onder
de sociale verzekeringswetten, derhalve ook onder het ziekenfonds.
h. 1%-Vergoedingsregeling voor overgebleven ziektekosten.
Aan de ambtenaar, die een betrekking heeft, welke minimaal
20 uur arbeid per week vergt en die ingevolge het IZA tegen
ziektekosten is verzekerd, worden de ziektekosten over een
tijdvak van 12 opeenvolgende maanden vergoed, voor zover dat
niet door het IZA is gebeurd en de overgebleven kosten meer
dan 1% van het gezinsinkomen over die 12 maanden belopen, dit
overeenkomstig de thans geldende regeling.