- 14 -
waarom er van volstrekt rechtvaardige verlangens vaak zo weinig terecht
komt. Terwijl de bestuurlijke top de opstelling van het raadslid vaak
ondeskundig, verward en amateuristisch vindt, vindt de basis hem of
haar veel te technisch bezig en te glad of te slim. Het is nooit goed.
Toch heeft die arme volksvertegenwoordiger in de politiek een waardevolle
functie. Het raadslid kan de twee grote gevaren voor de democratie te
lijf gaan: de arrogantie van de macht en de waan van de dag. Het raadslid
ontzegt de machthebbers gemakzucht en zekerheid door met kritiek, of
zelfs maar met de dreiging daarvan, onzekerheid te zaaien. Het raads
lid kan de kiezers een duidelijke beleidslijn laten zien die rust in
de gelederen brengt. Dat is de dubbele morele roeping van het goede
raadslid. Dit vrije citaat naar prof. Van Doorn, kroonlid van de S.E.R.,
sprak mij aanbal is het niet altijd en overal van toepassing.
Zelf heb ik het politieke element in het raadslidmaatschap nooit zo
interessant gevonden. Dat de landspolitiek steeds vaker in de raad werd
gehaald stond mij tegen. We hebben onze tijd veel te hard nodig voor
onze gemeentelijke zaken. Voor mij ging het vooral om de zakelijke kanten
aan een probleem en om de zo goed mogelijke afweging van de belangen
van de betrokken burgers en die van de gemeenschap. Het lidmaatschap
van de beroepscommissie heeft mij dan ook steeds erg geboeid. Soms waren
de zaken waarover we moesten adviseren terug te brengen tot ordinaire
burenruzies, maar vaak ook was het zeer nuttig om naast de noodzakelijker
wijs soms wat vluchtige en vaak te puur juridische beoordeling van B.
en W., de wat meer menselijke en praktische benadering van de leden
van de A.R.O.B.-commissie te kunnen stellen. Een dankbare nevenfunctie
dus
Tenslotte: de collega's.
Onze gemeente is een rode gemeente, de Pv.d.Aheeft een absolute meerder
heid, zij het een kleine. Ik benijd de leden van die grote fractie niet.
Hoe vaak moet binnen zo'n groep mensen het emotionele idealisme botsen
met de harde praktijk en de smalle marges van het leven van alle dag.
Met de beperkte bewegingsruimte die de gemeente heeft. Dat dan toch
gepoogd wordt landspolitiek of internationale politiek te bedrijven
is in mijn ogen jammer. We hebben onze tijd voor deze nieuwe gemeente
zo hard nodig. Gelukkig heb ik het met de collega's van de P.v.d.A.
in zaken van praktische gemeentepolitiek vaak goed kunnen vinden en
zo hoort het ook.
Het C.D.A. Tja, wat zal ik daar van zeggen. In de verkiezingscampagnes
zijn ze nooit erg actief. Op een forumavond hoorde ik wethouder Breeuwsma
zeggen dat het C.D.A. een principiële partij is zonder principes op
gemeentepolitiek gebied. Hij zal het wel anders hebben bedoeld, maar
zo kwam het wel over en zo heb ik het ook wel eens ervaren. Toch kan
ik vaak de inzet van de C.D.A.-collega's waarderen. Ze hebben het onge
twijfeld moeilijk met hun afwegingen. Wellicht zal ik als voorzitter
van de werkgroep waterrecreatie Midden-Friesland de wethouder die straks
recreatie in zijn portefeuille krijgt als morgen overeenkomstig het
voorstel wordt beslist, in de toekomst beter leren kennen en appreciëren
en dan wederzijds.
In deze tijd van uniformering en vervlakking heeft het streven van de
F.N.P. om een van de oudste talen en culturen, wat dat ook moge zijn,
van West—Europa te behouden en te versterken, mij zeer aangesproken.
Mar de fertsjintwurdigers fan de F.N.P. hawwe it aard fan de Friezen
net mei. Hja binne wol emosjoneel mar hâlde net fan oerdriuwen, en der
moat dus hoeden manoevrearre wurde. Dat stelt hege easken oan in F.N.P.-
riedslid. Nammenste mear bewundering haw ik foar de grutte ynset fan
de leden fan in lytse fraksje dy't yn alle silen mak wêze moatte. Ek
al kin'k harren net altyd folgje. Foar kollega Van der Baan ha ik in
lytse ferrassing: in stikje poreuze stien, opboarre út de gashâldende
laach ûnder ús gemeente. It is sa hurd dat it him miskien wat gerêst