-2-
Het is dan ook moeilijk te voorspellen of de afschaffing van het
absolute verbod automatisch leidt tot een verruiming van de verstrek
king van alcoholhoudende drank omdat het nog steeds zo is dat de
verantwoordelijke besturen van sportkantines, buurthuizen en jeugdhui
zen zelf beslissen of tot aanvraag van een drank- en horecavergunning
zal worden overgegaan. Wel zal het zo zijn dat ons college bij
het verlenen van een ontheffing beperkende voorwaarden zal gaan
stellen, zoals hieronder verwoord, die de strekking hebben regulerend
op te treden.
Wij verwachten met dit regiem - meer dan met een absoluut verbod
- inhoud te kunnen geven aan onze opvatting, die ook door de ANDO,
afdeling Grouw, wordt onderschreven, dat ook de gemeentelijke overheid
het drankgebruik en in veel gevallen misbruik, als taak moet oppakken
zodra zij daar enige invloed op zou kunnen uitoefenen, die het
drankgebruik in betere banen zou kunnen leiden. Hierbij sluiten
wij nauw aan bij de eerdergenoemde notitie "Alcohol en Samenleving"
van de staatssecretaris van W.V.C.
Zoals reeds opgemerkt gold in de voormalige U.R.I.-gemeenten tot
1 januari 1986 een verschillend regiem.
De raad van de voormalige gemeente Idaarderadeel besloot tot vaststel
ling van een tweetal verordeningen tot beperking van de verstrekking
van alcoholhoudende drank in de bebouwde kommen van Grouw, Roordahui-
zum, Warga en Wartena, en tot beperking van de verstrekking van
sterke drank in recreatieve gebieden langs openbare wateren.
De praktische betekenis van deze laatste verordening is dat in
het buitengebied (met name in recreatieve delen, zoals aangegeven
op een bij de verordening behorende kaart), langs de openbare wateren
geen sterke drank mag worden verkocht, ook niet binnen een strook
van 200 meter aan weerszijden van die wateren.
De argumenten voor vaststelling van de verordening waren:
- het werd wenselijk geoordeeld de verstrekking van sterke drank
in deze gebieden te weren;
- via een algeheel verbod met het instrument van ontheffingverlening
kan in gevallen, dat er op grond van de wettelijke bepalingen
een drank- en horecavergunning moet worden afgegeven, alsnog
regelend worden opgetreden.
Voorts werd in 1975 bij gemeentelijke verordening verboden om in
de bebouwde kommen van Grouw, Roordahuizum, Warga en Wartena, alcohol
houdende drank" (drank metr een alcoholpercentage vannuéér dan anderhalf procent; iSterke
drank: drank met een alcoholpercentage van méér dan vijftien procent, uitgezonderd wijnen)
te verstrekken in een inrichting, zender een door het college van burgemeester en wethou
ders verleende ontheffing. Ook deze regeling wérd getroffen teneinde het aantal
inrichtingen in de bebouwde kom in hand te houden. Aanleiding was:
- uitbreiding in een gestaag tempo van het aantal horeca-inrichtingen;
- klachten over nachtelijk rumoer, vernielingen, lawaai van stationair
draaiende brommers en ongeregeldheden;
- aanstasting leefbaarheid in de dorpskommen door de nachtrustversto
ring.